Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- beving:
- bevangen:
-
Wiktionary:
- beving → quake, tremor, quaver
- beving → quiver, shiver, thrill, quivering, vibration, tremor, tingle
- bevangen → defeat, win over, beat, overcome, overthrow, surmount, vanquish, go beyond, cross, exceed, surpass, excel, outclass, outscore, outshine, shy, timid, abashed, afraid, anxious, fainthearted, pusillanimous, timorous
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor beving (Nederlands) in het Engels
beving:
-
de beving (gebeef)
Vertaal Matrix voor beving:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
shudder | beving; gebeef | bibberen; huivering; rillen; rilling; siddering |
trembling | beving; gebeef | beven; huivering; rilling; siddering; trilling; vibratie |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
shudder | beven; bibberen; door afgrijzen bevangen worden; griezelen; gruwelen; gruwen; huiveren; ijzen; rillen; sidderen; trillen; verstijven; vibreren | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
trembling | bevend; beverig; bibberend; huiverend; rillend; sidderend; trillend; vibrerend |
beving vorm van bevangen:
-
bevangen
Conjugations for bevangen:
o.t.t.
- bevang
- bevangt
- bevangt
- bevangen
- bevangen
- bevangen
o.v.t.
- beving
- beving
- beving
- bevingen
- bevingen
- bevingen
v.t.t.
- heb bevangen
- hebt bevangen
- heeft bevangen
- hebben bevangen
- hebben bevangen
- hebben bevangen
v.v.t.
- had bevangen
- had bevangen
- had bevangen
- hadden bevangen
- hadden bevangen
- hadden bevangen
o.t.t.t.
- zal bevangen
- zult bevangen
- zal bevangen
- zullen bevangen
- zullen bevangen
- zullen bevangen
o.v.t.t.
- zou bevangen
- zou bevangen
- zou bevangen
- zouden bevangen
- zouden bevangen
- zouden bevangen
diversen
- bevang!
- bevangt!
- bevangen
- bevangend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bevangen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
overcome | onderkrijgen; overbluffen; overdonderen; overmannen; overmeesteren; overweldigen; overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen; zich meester maken van | |
overcome by | bevangen | |
seize | bevangen | aanhouden; aanklampen; aanpakken; arresteren; beetgrijpen; beetpakken; bemachtigen; betrappen; buitmaken; confisqueren; eigen maken; gevangennemen; graaien; grijpen; grissen; iets bemachtigen; in beslag nemen; ingrijpen; inrekenen; jatten; klauwen; klemmen; knellen; kopen; omklemmen; oppakken; pakken; pikken; snaaien; snappen; te pakken krijgen; toegrijpen; toetasten; vangen; vastklampen; vastpakken; vatten; verbeurdverklaren; verkrijgen; veroveren; verstrikken; verwerven; wegkapen; zich bedienen |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
overcome | bevangen |
Verwante woorden van "bevangen":
Wiktionary: bevangen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bevangen | → defeat; win over; beat; overcome; overthrow; surmount; vanquish; go beyond; cross; exceed; surpass; excel; outclass; outscore; outshine | ↔ surmonter — monter au-dessus. |
• bevangen | → shy; timid; abashed; afraid; anxious; fainthearted; pusillanimous; timorous | ↔ timide — Qui est craintif, qui manquer de hardiesse, d’assurance. |
• bevangen | → defeat; win over; beat; overcome; overthrow; surmount; vanquish | ↔ vaincre — remporter la victoire sur ses ennemis, dans la guerre. |