Nederlands

Uitgebreide vertaling voor betoverend (Nederlands) in het Engels

betoverend:

betoverend bijvoeglijk naamwoord

  1. betoverend (beheksend)
    enchanting; mystical; magical; fairy-like; bewitching
  2. betoverend (prachtig; magnifiek; schitterend; luisterrijk)
    marvellous; wonderful; glorious; delightful; splendid; fanciful; great; marvelous

Vertaal Matrix voor betoverend:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bewitching beheksend; betoverend
delightful betoverend; luisterrijk; magnifiek; prachtig; schitterend heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; mieters; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; verrukkelijk; zalig
enchanting beheksend; betoverend aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; allerliefst; attractief; begeerenswaardig; bekoorlijk; bevallig; boeiend; charmant; dottig; enig; fascinerend; integrerend; intrigerend; knap; lief; magisch; mooi; schattig; snoezig; toverachtig; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verrukkelijk; vertederend; verzoekend
fanciful betoverend; luisterrijk; magnifiek; prachtig; schitterend bizar; grotesk
glorious betoverend; luisterrijk; magnifiek; prachtig; schitterend aanzienlijk; briljant; eervol; fenomenaal; fier; flink; geniaal; glansrijk; glorierijk; glorieus; groots; heerlijk; heilig; hemels; luisterrijk; lumineus; lustrijk; magnifiek; mieters; prachtig; prat; riant; roemrijk; roemrucht; roemvol; royaal; schitterend; tot de hemel behorend; trots; verheerlijkt; verrukkelijk; vorstelijk; zalig
great betoverend; luisterrijk; magnifiek; prachtig; schitterend aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; briljant; dolletjes; enig; enorm; excellent; fantastisch; fenomenaal; figuurlijk; flink; fors; geschikt; geweldig; groot; groots; grootschalig; grote; hooggespannen; kiplekker; mieters; prima; puik; reuze; subliem; superbe; tof; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
magical beheksend; betoverend magisch; toverachtig
marvellous betoverend; luisterrijk; magnifiek; prachtig; schitterend curieus; dolletjes; enig; fabelachtig; fantastisch; fenomenaal; gaaf; geweldig; groots; krankzinnig; miraculeus; opzienbarend; puik; reuze; te gek; verbazend; verbazingwekkend; verbijsterend; verwonderend; verwonderingwekkend; verwonderlijk; waanzinnig; wijs; wonderbaar; wonderbaarlijk; wonderlijk
marvelous betoverend; luisterrijk; magnifiek; prachtig; schitterend curieus; dolletjes; enig; fabelachtig; fantastisch; fenomenaal; gaaf; geweldig; groots; krankzinnig; miraculeus; opzienbarend; puik; reuze; te gek; verbazend; verbazingwekkend; verbijsterend; verwonderend; verwonderingwekkend; verwonderlijk; waanzinnig; wijs; wonderbaar; wonderbaarlijk; wonderlijk
mystical beheksend; betoverend
splendid betoverend; luisterrijk; magnifiek; prachtig; schitterend briljant; fantastisch; fenomenaal; geniaal; geweldig; glansrijk; glorierijk; groots; heerlijk; kostelijk; luisterrijk; lumineus; lustrijk; magnifiek; opperbest; prachtig; puik; riant; schitterend; uitstekend; voortreffelijk; weids
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fairy-like beheksend; betoverend droomachtig; feeëriek; idyllisch; magisch; sprookjesachtig; toverachtig
wonderful betoverend; luisterrijk; magnifiek; prachtig; schitterend beeldschoon; bewonderenswaardig; curieus; dolletjes; enig; fenomenaal; glorierijk; heerlijk; kiplekker; kostelijk; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; mieters; miraculeus; opzienbarend; prachtig; prima; riant; schitterend; uitstekend; verbazend; verbazingwekkend; verbijsterend; verwonderend; verwonderingwekkend; verwonderlijk; voortreffelijk; wonderbaar; wonderbaarlijk; wonderlijk; wonderschoon

Wiktionary: betoverend

betoverend
adjective
  1. enchanting
  2. Producing extraordinary results; wonderful, amazing
  3. having the ability to enchant

Cross Translation:
FromToVia
betoverend delicious; delightful délicieux — Qui procure des délices.
betoverend exciting; fascinating; absorbing; thrilling passionnant — Qui passionne, qui est propre à passionner.
betoverend charming; delightful; lovely ravissant — (figuré) Qui transporter d’admiration.

betoveren:

betoveren werkwoord (betover, betovert, betoverde, betoverden, betoverd)

  1. betoveren (beheksen)
    to ravish; to bewitch; cast a spell on; put a spell on

Conjugations for betoveren:

o.t.t.
  1. betover
  2. betovert
  3. betovert
  4. betoveren
  5. betoveren
  6. betoveren
o.v.t.
  1. betoverde
  2. betoverde
  3. betoverde
  4. betoverden
  5. betoverden
  6. betoverden
v.t.t.
  1. heb betoverd
  2. hebt betoverd
  3. heeft betoverd
  4. hebben betoverd
  5. hebben betoverd
  6. hebben betoverd
v.v.t.
  1. had betoverd
  2. had betoverd
  3. had betoverd
  4. hadden betoverd
  5. hadden betoverd
  6. hadden betoverd
o.t.t.t.
  1. zal betoveren
  2. zult betoveren
  3. zal betoveren
  4. zullen betoveren
  5. zullen betoveren
  6. zullen betoveren
o.v.t.t.
  1. zou betoveren
  2. zou betoveren
  3. zou betoveren
  4. zouden betoveren
  5. zouden betoveren
  6. zouden betoveren
diversen
  1. betover!
  2. betovert!
  3. betoverd
  4. betoverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor betoveren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bewitch beheksen; betoveren
cast a spell on beheksen; betoveren
put a spell on beheksen; betoveren
ravish beheksen; betoveren blij maken; in verrukking brengen; onteren; ontwijden; plezieren; verblijden; verheugd; verrukken

Wiktionary: betoveren

betoveren
verb
  1. to cast a spell over
  2. use a magical charm
  3. seduce, entrance or fascinate

Cross Translation:
FromToVia
betoveren bewitch; charm ensorceler — Traductions à trier suivant le sens