Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. betogen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor betogen (Nederlands) in het Engels

betogen:

betogen werkwoord (betoog, betoogt, betoogde, betoogden, betoogd)

  1. betogen (demonstreren)
    to assert; to contend; to demonstrate
    • assert werkwoord (asserts, asserted, asserting)
    • contend werkwoord (contends, contended, contending)
    • demonstrate werkwoord (demonstrates, demonstrated, demonstrating)

Conjugations for betogen:

o.t.t.
  1. betoog
  2. betoogt
  3. betoogt
  4. betogen
  5. betogen
  6. betogen
o.v.t.
  1. betoogde
  2. betoogde
  3. betoogde
  4. betoogden
  5. betoogden
  6. betoogden
v.t.t.
  1. heb betoogd
  2. hebt betoogd
  3. heeft betoogd
  4. hebben betoogd
  5. hebben betoogd
  6. hebben betoogd
v.v.t.
  1. had betoogd
  2. had betoogd
  3. had betoogd
  4. hadden betoogd
  5. hadden betoogd
  6. hadden betoogd
o.t.t.t.
  1. zal betogen
  2. zult betogen
  3. zal betogen
  4. zullen betogen
  5. zullen betogen
  6. zullen betogen
o.v.t.t.
  1. zou betogen
  2. zou betogen
  3. zou betogen
  4. zouden betogen
  5. zouden betogen
  6. zouden betogen
diversen
  1. betoog!
  2. betoogt!
  3. betoogd
  4. betogend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor betogen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
assert beweren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
assert betogen; demonstreren
contend betogen; demonstreren
demonstrate betogen; demonstreren aanschouwelijk maken; aantonen; bewijzen; demonstreren; openbaren; staven; veraanschouwelijken; zich uiten