Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- besmettelijk:
-
Wiktionary:
- besmettelijk → contagious
-
Gebruikers suggesties voor besmettelijk:
- contiguous
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor besmettelijk (Nederlands) in het Engels
besmettelijk:
-
besmettelijk (aanstekelijk)
contagious; infectious; catching; transmittable; infecting-
contagious bijvoeglijk naamwoord
-
infectious bijvoeglijk naamwoord
-
catching bijvoeglijk naamwoord
-
transmittable bijvoeglijk naamwoord
-
infecting bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor besmettelijk:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
infecting | aansteken; besmetten; besmetting | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
catching | aanstekelijk; besmettelijk | infectueus |
contagious | aanstekelijk; besmettelijk | infecterend; infectieus; infectueus |
infectious | aanstekelijk; besmettelijk | infecterend; infectieus; infectueus |
transmittable | aanstekelijk; besmettelijk | infectueus |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
infecting | aanstekelijk; besmettelijk | infectueus |
Verwante woorden van "besmettelijk":
Wiktionary: besmettelijk
besmettelijk
adjective
besmettelijk
-
(medisch, nld) het vermogen hebbend gemakkelijk van persoon op persoon overgedragen te worden
- besmettelijk → contagious
adjective
-
capable of spreading a disease
-
of a fashion, laughter, etc, easily passed on to others
-
of a disease, easily transmitted to others