Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. beroepsgroepen:
  2. beroepsgroep:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor beroepsgroepen (Nederlands) in het Engels

beroepsgroepen:

beroepsgroepen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de beroepsgroepen
    the professional groups

Vertaal Matrix voor beroepsgroepen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
professional groups beroepsgroepen

Verwante woorden van "beroepsgroepen":


beroepsgroepen vorm van beroepsgroep:

beroepsgroep [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de beroepsgroep (branche)
    the branch; the occupational group

Vertaal Matrix voor beroepsgroep:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
branch beroepsgroep; branche afdeling; agentschap; bedrijfstak; bijkantoor; boomtak; branche; branche-element; deelsoort; departement; detachement; economische sector; ent; filiaal; hulpkantoor; loot; sectie; tak; takje; twijg; vakgroep; vertakking; voorwaardelijke branche; zijtak
occupational group beroepsgroep; branche
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
branch aftakken; uitvoeren als vertakking; vertakken; vertakking

Verwante woorden van "beroepsgroep":