Nederlands

Uitgebreide vertaling voor berg (Nederlands) in het Engels

berg:

berg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de berg (grote hoeveelheid; massa; overvloed; hoop)
    the mass; the multitude; the heap; the load; the quite a lot; the a whole lot; the lot
    • mass [the ~] zelfstandig naamwoord
    • multitude [the ~] zelfstandig naamwoord
    • heap [the ~] zelfstandig naamwoord
    • load [the ~] zelfstandig naamwoord
    • quite a lot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • a whole lot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lot [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de berg (opeenhoping; bende; hoop)
    the mountain; the accumulation; the congestion; the muddle; the mess
  3. de berg (kluit; hoop)
    the pile; the bunch; the heap; the lot; the crowd
    • pile [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bunch [the ~] zelfstandig naamwoord
    • heap [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • crowd [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. de berg
    the mountain
    • mountain [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor berg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
a whole lot berg; grote hoeveelheid; hoop; massa; overvloed boel; heleboel; hoop
accumulation bende; berg; hoop; opeenhoping accumulatie; bende; cumuleren; groep; hoop; massa; opeenhopen; opeenhoping; opeenstapeling; ophopen; ophoping; opstapelen; samenscholing; samenvoeging; selectie; sortering; stapel; stapelen; stel; troep; verzameling
bunch berg; hoop; kluit accumulatie; bende; bepaalde hoeveelheid; bosje; bundel; drom; groep; hoop; horde; massa; menigte; partij; samenscholing; schare; schoof; troep
congestion bende; berg; hoop; opeenhoping constipatie; opstopping; opstuwing; stagnatie; stuwing; verstopping; verstoptheid
crowd berg; hoop; kluit accumulatie; bende; drom; drukte; groep; groep mensen; grote menigte; hoop; horde; kudde; massa; menigte; mensenmassa; meute; oploopje; samenkomst; samenscholing; schaar; schare; toeloop; troep; veel mensen; volksmenigte
heap berg; grote hoeveelheid; hoop; kluit; massa; overvloed aardig wat; accumulatie; bende; drom; heap; hoop; horde; knoeiboel; massa; menigte; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; opstapeling; rommel; schare; stapel; troep; warboel; warhoop; warwinkel; zootje
load berg; grote hoeveelheid; hoop; massa; overvloed accumulatie; belading; belasting; bende; drom; hinder; hoop; horde; lading; last; massa; menigte; moeite; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; overlast; schare; soesa; stapel; vracht; vrachtgoed; vrachtje
lot berg; grote hoeveelheid; hoop; kluit; massa; overvloed aardig wat; bende; borg; bouwterrein; bouwwerk; cautie; drom; garantie; gebied; gebouw; hoeveelheid; hoop; horde; kavel; levenslot; lot; lotsbestemming; massa; menigte; noodlot; onderpand; ongelukkig lot; pand; partij; perceel; schare; terrein; waarborg; waarborging; waarborgsom
mass berg; grote hoeveelheid; hoop; massa; overvloed dienst; gunst; kerkviering; mis
mess bende; berg; hoop; opeenhoping bedrog; bende; bocht; chaos; geklieder; heisa; heksenketel; keet; kliederboel; kliederen; knoeiboel; knoeierij; nep; oplichterij; puinhoop; puinzooi; regelloosheid; rommel; rompslomp; rotzooi; smeerboel; smerig spul; soepzootje; toestand; troep; veel gedoe; wanorde; wanordelijkheid; warboel; warhoop; warwinkel; zooi; zootje; zwendelarij
mountain bende; berg; hoop; opeenhoping
muddle bende; berg; hoop; opeenhoping chaos; heksenketel; keet; knoeiboel; puinhoop; regelloosheid; rommel; soepzootje; troep; wanorde; wanordelijkheid; warboel; warhoop; warwinkel; wirwar; zootje
multitude berg; grote hoeveelheid; hoop; massa; overvloed drom; horde; kudde; massa; overvloedigheid; rijkelijkheid; schaar; schare; troep; volksmenigte
pile berg; hoop; kluit accumulatie; heipaal; hoop; klamp; kolom; kolom tekst op een pagina; massa; mijt; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; paginagedeelte; selectie; sortering; stapel; stel; verzameling
quite a lot berg; grote hoeveelheid; hoop; massa; overvloed aardig wat; boel; heleboel; hoop
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heap bestormen; overstelpen
load beladen; bevrachten; bezwaren; geweer laden; gewicht toevoegen; inladen; laden; opladen elektriciteit; opnieuw laden; verzwaren; zwaarder maken
lot kavelen; verdelen; verkavelen
mess aanklooien; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; kladden; klooien; knoeien; morsen; rotzooien; verdoen; verspillen; vlekken
muddle aanmodderen; modderen; prutsen; rommelen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
multitude van alles
quite a lot nogal wat; tamelijk veel; vrij veel; vrij wat

Verwante woorden van "berg":


Antoniemen van "berg":


Verwante definities voor "berg":

  1. grote stapel of hoop1
    • moet ik in deze berg papieren zoeken?1
  2. sterke verhoging in het aardoppervlak1
    • in Nederland hebben we geen bergen1

Wiktionary: berg

berg
noun
  1. large amount
  2. large mass of earth and rock
  3. mountain
  4. large number of items

Cross Translation:
FromToVia
berg mountain; hill Bergnatürliche Erhebung auf der Landoberfläche der Erde und anderer Himmelskörper und des Meeresbodens
berg hill; hummock; hillock; hump Hügel — Erhebung auf der Erdoberfläche unter etwa 300 Meter Höhe, meist von gerundeter Form
berg mountain; highlands montagne — géographie|nocat=1 relief topographique présentant des versants prononcés (par opposition à « haut plateau » situé en altitude mais ne présentant pas le caractère montagneux).

bergen:

bergen werkwoord (berg, bergt, bergde, bergden, gebergd)

  1. bergen (in veiligheid brengen)
    to salvage; to put in safety
    • salvage werkwoord (salvages, salvaged, salvaging)
    • put in safety werkwoord (puts in safety, put in safety, puting in safety)
  2. bergen (opruimen)
    to tidy up; to clear away; to put away; to clean
    • tidy up werkwoord (tidies up, tidied up, tidying up)
    • clear away werkwoord (clears away, cleared away, clearing away)
    • put away werkwoord (puts away, put away, putting away)
    • clean werkwoord (cleans, cleaned, cleaning)

Conjugations for bergen:

o.t.t.
  1. berg
  2. bergt
  3. bergt
  4. bergen
  5. bergen
  6. bergen
o.v.t.
  1. bergde
  2. bergde
  3. bergde
  4. bergden
  5. bergden
  6. bergden
v.t.t.
  1. heb gebergd
  2. hebt gebergd
  3. heeft gebergd
  4. hebben gebergd
  5. hebben gebergd
  6. hebben gebergd
v.v.t.
  1. had gebergd
  2. had gebergd
  3. had gebergd
  4. hadden gebergd
  5. hadden gebergd
  6. hadden gebergd
o.t.t.t.
  1. zal bergen
  2. zult bergen
  3. zal bergen
  4. zullen bergen
  5. zullen bergen
  6. zullen bergen
o.v.t.t.
  1. zou bergen
  2. zou bergen
  3. zou bergen
  4. zouden bergen
  5. zouden bergen
  6. zouden bergen
diversen
  1. berg!
  2. bergt!
  3. gebergd
  4. bergende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

bergen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het bergen (bewaren)
    the storing; the saving
    • storing [the ~] zelfstandig naamwoord
    • saving [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bergen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
saving bergen; bewaren barst; bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; gat; groef; inkeping; inkrimping; kloof; kostenbesparing; opening; reet; scheur; split; uitsparing; verkorting
storing bergen; bewaren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clean bergen; opruimen reinigen; schonen; schoonmaken; schoonpoetsen; uitwassen; wassen; zemen; zuiveren
clear away bergen; opruimen afnemen; afruimen; afstoffen; demonteren; ontmantelen; onttakelen; stoffen; uit elkaar halen; uit elkaar nemen; uiteen nemen
put away bergen; opruimen achterhouden; behouden; bespreken; bewaren; nuttigen; opbergen; opzij leggen; opzijleggen; reis boeken; reserveren; stallen; terughouden; van zich afzetten; vastleggen; verschalken; voorbehouden; wegbergen; wegsluiten; wegsteken; wegstoppen; wegzetten
put in safety bergen; in veiligheid brengen
salvage bergen; in veiligheid brengen
tidy up bergen; opruimen opfrissen; opruimen; reinigen; schoonmaken; stalmesten; uitmesten; uitruimen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clean deugdzaam; eerzaam; gewoonweg; gladweg; hygienisch; kuis; net; netjes; opgeruimd; ordelijk; proper; rein; ronduit; schoon; zedig; zindelijk; zuiver

Verwante woorden van "bergen":


Wiktionary: bergen

bergen
verb
  1. to salvage something

Cross Translation:
FromToVia
bergen conserve; keep; preserve; protect gaumen — (transitiv), Schweiz: nicht antasten lassen, schützen, verteidigen
bergen conserve; keep; maintain; preserve; cache; save; store conservermaintenir en bon état, apporter le soin nécessaire pour empêcher qu’une chose ne se gâter, ne dépérir.
bergen put away; waive; expose; put off; take off; lay; put down; kidnap enlever — Déplacer vers le haut.
bergen maintain; support; sustain; countenance; espouse; uphold; second; back; stand by; conserve; keep; preserve; cache; save; store; continue; go on; proceed with maintenirtenir ferme et fixe.
bergen rescue; save; keep sauvergarantir, préserver, tirer du péril, mettre en sûreté.
bergen squeeze; strech; wind up; rack; strain; stress; tense; tighten; oppress; pinch; squash; lock up; shut up; put away; stow; confine; enclose; condense; shake hands; keep; stay serrer — Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général).
bergen take away; get out; take off; take; remove ôtertirer une chose de la place où elle est. Se dit aussi en parlant des personnes et des animaux.

Verwante vertalingen van berg