Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. bereik:
  2. bereiken:
  3. Wiktionary:
  4. Gebruikers suggesties voor bereik:
    • coverage


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bereik (Nederlands) in het Engels

bereik:

bereik [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het bereik (reikwijdte; range; verspreidingsgebied; draagwijdte)
    the range; the reach
    • range [the ~] zelfstandig naamwoord
    • reach [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. het bereik
    the range
    – A sequence of values. 1
    • range [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. het bereik
    the scope
    – The parts of the vision for the solution that can be accomplished within the constraints of a given version. Negotiating the scope of a project balances customer needs and desires against technological and business constraints. 1
    • scope [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. het bereik
    the range
    – A set of continuous item identifiers to which the same clock vector applies. A range is represented by a starting point, an ending point, and a clock vector that applies to all IDs that are in between. 1
    • range [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. het bereik
    the data coverage
    – The geographical area of a mobile communications network or system. 1
  6. het bereik
    the range
    – The area or distance that a Bluetooth device is able to cover to be successfully paired with another Bluetooth device or computer. 1
    • range [the ~] zelfstandig naamwoord
  7. het bereik (zoekbereik)
    the scope; the search scope
    – The range and depth of a search on a portal site, desktop or other. 1

Vertaal Matrix voor bereik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
data coverage bereik
range bandbreedte; bereik; draagwijdte; range; reikwijdte; verspreidingsgebied blikveld; gezichtskring; gezichtsveld; schietterrein; schootsafstand; vliegbereik
reach bandbreedte; bereik; draagwijdte; range; reikwijdte; verspreidingsgebied afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg
scope bereik; zoekbereik blikveld; gezichtskring; gezichtsveld; scope
search scope bereik; zoekbereik
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
range afwisselen; rangordenen; rangschikken; scharen; uiteenlopen; variëren; veranderen; verschillen; wisselen
reach bereiken; doordringen; graaien; grijpen; grissen; jatten; komen tot; penetreren in; pikken; reiken; snaaien; wegkapen

Wiktionary: bereik

bereik
noun
  1. range of values or locations
  2. area
  3. law: scope of a statute
  4. scope or range of interest or control
  5. range of understanding
  6. maximum reach of capability
  7. math: set of values of a function
  8. music
  9. breadth, depth or reach of a subject; a domain
  10. region in which something or someone is active

Cross Translation:
FromToVia
bereik position LageMusik: Teil des Notenumfangs

bereik vorm van bereiken:

bereiken werkwoord (bereik, bereikt, bereikte, bereikten, bereikt)

  1. bereiken (doordringen; penetreren in)
    to reach; to get through
    • reach werkwoord (reachs, reached, reaching)
    • get through werkwoord (gets through, got through, getting through)

Conjugations for bereiken:

o.t.t.
  1. bereik
  2. bereikt
  3. bereikt
  4. bereiken
  5. bereiken
  6. bereiken
o.v.t.
  1. bereikte
  2. bereikte
  3. bereikte
  4. bereikten
  5. bereikten
  6. bereikten
v.t.t.
  1. heb bereikt
  2. hebt bereikt
  3. heeft bereikt
  4. hebben bereikt
  5. hebben bereikt
  6. hebben bereikt
v.v.t.
  1. had bereikt
  2. had bereikt
  3. had bereikt
  4. hadden bereikt
  5. hadden bereikt
  6. hadden bereikt
o.t.t.t.
  1. zal bereiken
  2. zult bereiken
  3. zal bereiken
  4. zullen bereiken
  5. zullen bereiken
  6. zullen bereiken
o.v.t.t.
  1. zou bereiken
  2. zou bereiken
  3. zou bereiken
  4. zouden bereiken
  5. zouden bereiken
  6. zouden bereiken
diversen
  1. bereik!
  2. bereikt!
  3. bereikt
  4. bereikend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bereiken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
reach afstand; baan; baanvak; bandbreedte; bereik; draagwijdte; etappe; pad; range; reikwijdte; ronde; route; tournee; traject; verspreidingsgebied; weg
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
get through bereiken; doordringen; penetreren in erdoor halen; erdoorheen slaan; inprenten; op het hart drukken; slagen voor
reach bereiken; doordringen; penetreren in graaien; grijpen; grissen; jatten; komen tot; pikken; reiken; snaaien; wegkapen

Verwante definities voor "bereiken":

  1. contact met iemand krijgen2
    • hoe bereik ik de directeur?2
  2. een resultaat halen2
    • zo bereiken we dat iedereen meehelpt2
  3. op een plaats komen2
    • hoe bereik ik de Kanaalstraat?2

Wiktionary: bereiken

bereiken
verb
  1. fysiek bij de andere kant aankomen
  2. het informeren van personen
  3. een bepaald doel verwezenlijken
bereiken
verb
  1. to achieve
  2. accomplish
  3. to accomplish; to achieve
  4. to obtain a level of success or fame
  5. to get to a certain place
  6. to reach
  7. to obtain, or gain as the result of exertion
  8. to carry out successfully; to accomplish
  9. to gain or obtain access to
  10. to arrive at
  11. -

Cross Translation:
FromToVia
bereiken accomplish; achieve; attain; reach; acquire erreichen — zu einem Ziel gelangen; seine Wünsche durchsetzen
bereiken acquire; reach erreichen — zu jemandem oder zu etwas hingelangen
bereiken get through; reach erreichen — eine Verbindung zu jemandem herstellen
bereiken achieve; obtain; attain; reach; arrive; realize erzielen — etwas anvisiert (Angestrebtes) erreichen
bereiken result; amount; adjoin; conduct; guide; lead; channel; wage; bring; drive; exit; go out; alight; emerge; leave; quit; accomplish; attain; get; reach; achieve; arrive at aboutirtoucher par un bout.
bereiken catch; hit; run across; strike; attain; encounter; find; score; run up against; accomplish; get; reach; achieve; arrive at atteindretoucher de loin au moyen d’un projectile.
bereiken reach; manage; catch; hit; run across; strike; attain; encounter; find; score; run up against; succeed; accomplish; get; achieve; arrive at parvenir — Arriver à un point donné à la suite d’un déplacement. (Sens général)