Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bemakkelijken (Nederlands) in het Engels
bemakkelijken:
-
bemakkelijken (vereenvoudigen; vergemakkelijken; simplificeren; versoberen)
Conjugations for bemakkelijken:
o.t.t.
- bemakkelijk
- bemakkelijkt
- bemakkelijkt
- bemakkelijken
- bemakkelijken
- bemakkelijken
o.v.t.
- bemakkelijkte
- bemakkelijkte
- bemakkelijkte
- bemakkelijkten
- bemakkelijkten
- bemakkelijkten
v.t.t.
- heb bemakkelijkt
- hebt bemakkelijkt
- heeft bemakkelijkt
- hebben bemakkelijkt
- hebben bemakkelijkt
- hebben bemakkelijkt
v.v.t.
- had bemakkelijkt
- had bemakkelijkt
- had bemakkelijkt
- hadden bemakkelijkt
- hadden bemakkelijkt
- hadden bemakkelijkt
o.t.t.t.
- zal bemakkelijken
- zult bemakkelijken
- zal bemakkelijken
- zullen bemakkelijken
- zullen bemakkelijken
- zullen bemakkelijken
o.v.t.t.
- zou bemakkelijken
- zou bemakkelijken
- zou bemakkelijken
- zouden bemakkelijken
- zouden bemakkelijken
- zouden bemakkelijken
diversen
- bemakkelijk!
- bemakkelijkt!
- bemakkelijkt
- bemakkelijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bemakkelijken:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
moderate | bemakkelijken; simplificeren; vereenvoudigen; vergemakkelijken; versoberen | bedaren; bedwingen; beheersen; besparen; beteugelen; dempen; geld besparen; intomen; matigen; met mate gebruiken; minder gebruiken; temperen; zich matigen |
simplify | bemakkelijken; simplificeren; vereenvoudigen; vergemakkelijken; versoberen | disloqueren; herleiden; roeren; terugvoeren; verleggen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervoeren; verzetten |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
moderate | billijk; gematigd; geschikt; getemperd; middelmatige; moderaat; redelijk; schappelijk |