Nederlands

Uitgebreide vertaling voor belicht (Nederlands) in het Engels

belicht:

belicht bijvoeglijk naamwoord

  1. belicht (bijgelicht; verlicht; verhelderd; beschenen)
    enlightened; illuminated; lit; clarified; made lighter
  2. belicht (uitgelegd; verhelderd; opgehelderd; toegelicht)
    enlightened; explained; clarified; illustrated; cleared up

Vertaal Matrix voor belicht:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enlightened belicht; beschenen; bijgelicht; opgehelderd; toegelicht; uitgelegd; verhelderd; verlicht helder geworden; opgehelderd; opgetrokken; verhelderd
illuminated belicht; beschenen; bijgelicht; verhelderd; verlicht
lit belicht; beschenen; bijgelicht; verhelderd; verlicht
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clarified belicht; beschenen; bijgelicht; opgehelderd; toegelicht; uitgelegd; verhelderd; verlicht helder geworden; opgehelderd; opgetrokken; verhelderd
cleared up belicht; opgehelderd; toegelicht; uitgelegd; verhelderd opgehelderd; opgeklaard; verduidelijkt; verklaard
explained belicht; opgehelderd; toegelicht; uitgelegd; verhelderd opgehelderd; verduidelijkt; verklaard
illustrated belicht; opgehelderd; toegelicht; uitgelegd; verhelderd geïllustreerde
made lighter belicht; beschenen; bijgelicht; verhelderd; verlicht lichter gemaakt; van gewicht ontdaan

Verwante woorden van "belicht":

  • belichte

belichten:

belichten werkwoord (belicht, belichtte, belichtten, belicht)

  1. belichten (met licht beschijnen)
    to enlighten; to light out; to clarify; to spotlight
    • enlighten werkwoord (enlightens, enlightened, enlightening)
    • light out werkwoord (lights out, lit out, lighting out)
    • clarify werkwoord (clarifies, clarified, clarifying)
    • spotlight werkwoord (spotlights, spotlighted, spotlighting)
  2. belichten (verduidelijken; verklaren; toelichten; )
    to elucidate; to clarify
    – make clear and (more) comprehensible 1
    • elucidate werkwoord (elucidates, elucidated, elucidating)
    • clarify werkwoord (clarifies, clarified, clarifying)
      • clarify the mystery surrounding her death1
    to exemplify; to explain; to expound; to illustrate; to throw light on
    • exemplify werkwoord (exemplifies, exemplified, exemplifying)
    • explain werkwoord (explains, explained, explaining)
    • expound werkwoord (expounds, expounded, expounding)
    • illustrate werkwoord (illustrates, illustrated, illustrating)
    • throw light on werkwoord (throws light on, threw light on, throwing light on)
  3. belichten (licht laten vallen op)
    to throw light upon
    • throw light upon werkwoord (throws light upon, threw light upon, throwing light upon)

Conjugations for belichten:

o.t.t.
  1. belicht
  2. belicht
  3. belicht
  4. belichten
  5. belichten
  6. belichten
o.v.t.
  1. belichtte
  2. belichtte
  3. belichtte
  4. belichtten
  5. belichtten
  6. belichtten
v.t.t.
  1. heb belicht
  2. hebt belicht
  3. heeft belicht
  4. hebben belicht
  5. hebben belicht
  6. hebben belicht
v.v.t.
  1. had belicht
  2. had belicht
  3. had belicht
  4. hadden belicht
  5. hadden belicht
  6. hadden belicht
o.t.t.t.
  1. zal belichten
  2. zult belichten
  3. zal belichten
  4. zullen belichten
  5. zullen belichten
  6. zullen belichten
o.v.t.t.
  1. zou belichten
  2. zou belichten
  3. zou belichten
  4. zouden belichten
  5. zouden belichten
  6. zouden belichten
diversen
  1. belicht!
  2. belicht!
  3. belicht
  4. belichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor belichten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spotlight schijnwerper; spotlight; sterke lamp; zoeklicht
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clarify accentueren; belichten; met licht beschijnen; ophelderen; opklaren; toelichten; verduidelijken; verhelderen; verklaren nader verklaren; opklaren; toelichten; uiteenzetten; uitleggen; verduidelijken; wolken verdwijnen
elucidate accentueren; belichten; ophelderen; opklaren; toelichten; verduidelijken; verhelderen; verklaren
enlighten belichten; met licht beschijnen bijlichten; opklaren; wolken verdwijnen
exemplify accentueren; belichten; ophelderen; opklaren; toelichten; verduidelijken; verhelderen; verklaren
explain accentueren; belichten; ophelderen; opklaren; toelichten; verduidelijken; verhelderen; verklaren beschrijven; duiden; inlichten; mededelen; onderrichten; ontvouwen; uiteenzetten; uitleggen; verduidelijken; verhalen; vertellen; voorlichten; zeggen
expound accentueren; belichten; ophelderen; opklaren; toelichten; verduidelijken; verhelderen; verklaren afkondigen; bekendmaken; beschrijven; mededelen; proclameren; uiteenzetten; verhalen; vertellen; zeggen
illustrate accentueren; belichten; ophelderen; opklaren; toelichten; verduidelijken; verhelderen; verklaren aanschouwelijk maken; demonstreren; illustreren; veraanschouwelijken
light out belichten; met licht beschijnen
spotlight belichten; met licht beschijnen
throw light on accentueren; belichten; ophelderen; opklaren; toelichten; verduidelijken; verhelderen; verklaren
throw light upon belichten; licht laten vallen op

Wiktionary: belichten

belichten
verb
  1. to shine light on something