Nederlands
Uitgebreide vertaling voor beklemdheid (Nederlands) in het Engels
beklemdheid:
-
de beklemdheid (gevoel van beklemming; benauwdheid)
Vertaal Matrix voor beklemdheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
closeness | beklemdheid; benauwdheid; gevoel van beklemming | buurt; nabijheid; zwoelte |
heaviness | beklemdheid; benauwdheid; gevoel van beklemming | beklemming; benauwdheid |
oppression | beklemdheid; benauwdheid; gevoel van beklemming | beklemming; benauwdheid; dwingelandij; onderdrukking; verdrukking |
sinking feeling | beklemdheid; benauwdheid; gevoel van beklemming | beklemming; benauwdheid |
tightness | beklemdheid; benauwdheid; gevoel van beklemming | concentratie; engte; gebrek; gespannenheid; ingespannenheid; krapte; nauwheid; schaarsheid; schaarste; smalheid; smalte; spanning; strakheid; tekort |
Verwante woorden van "beklemdheid":
beklemdheid vorm van beklemd:
-
beklemd (bekneld)
stuck; oppressed; wedged; clamped down-
stuck bijvoeglijk naamwoord
-
oppressed bijvoeglijk naamwoord
-
wedged bijvoeglijk naamwoord
-
clamped down bijvoeglijk naamwoord
-
-
beklemd (geklemd)
Vertaal Matrix voor beklemd:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
oppressed | beklemd; bekneld | |
stuck | beklemd; bekneld | in de knel; klem; klemgereden; klemgezet |
wedged | beklemd; bekneld | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
clamped down | beklemd; bekneld | |
clasped | beklemd; geklemd |