Nederlands
Uitgebreide vertaling voor begeerte stillen (Nederlands) in het Engels
begeerte stillen:
begeerte stillen werkwoord (stil begeerte, stilt begeerte, stilde begeerte, stilden begeerte, begeerte gestild)
-
begeerte stillen (voldoening geven; bevredigen)
to satisfy; to allay; to soothe; to please; to saturate; to hush; to tranquillize; to satiate; to quiet; to silence; to tranquilize; to tranquillise
Conjugations for begeerte stillen:
o.t.t.
- stil begeerte
- stilt begeerte
- stilt begeerte
- stillen begeerte
- stillen begeerte
- stillen begeerte
o.v.t.
- stilde begeerte
- stilde begeerte
- stilde begeerte
- stilden begeerte
- stilden begeerte
- stilden begeerte
v.t.t.
- heb begeerte gestild
- hebt begeerte gestild
- heeft begeerte gestild
- hebben begeerte gestild
- hebben begeerte gestild
- hebben begeerte gestild
v.v.t.
- had begeerte gestild
- had begeerte gestild
- had begeerte gestild
- hadden begeerte gestild
- hadden begeerte gestild
- hadden begeerte gestild
o.t.t.t.
- zal begeerte stillen
- zult begeerte stillen
- zal begeerte stillen
- zullen begeerte stillen
- zullen begeerte stillen
- zullen begeerte stillen
o.v.t.t.
- zou begeerte stillen
- zou begeerte stillen
- zou begeerte stillen
- zouden begeerte stillen
- zouden begeerte stillen
- zouden begeerte stillen
diversen
- stil begeerte!
- stilt begeerte!
- begeerte gestild
- begeerte stillend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze