Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bedreven (Nederlands) in het Engels

bedreven:

bedreven bijvoeglijk naamwoord

  1. bedreven (noest; onvermoeibaar)
    indefatigable; zealous; tireless; diligent; assiduous; practised; ardent; industrious; practiced
  2. bedreven (bekwaam; geoefend)
    proficient; skilled; adroit; trained; capable; skilful; able; skillful

Vertaal Matrix voor bedreven:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
able bedreven; bekwaam; geoefend behendig; bekwaam; capabel; competent; deskundig; fysiek in staat; geschikt; handig; in staat; intelligent; knap; kundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vaardig; vakbekwaam; vakkundig
adroit bedreven; bekwaam; geoefend behendig; bekwaam; handig; kundig; rap; snel; vaardig; vlot; vlug
ardent bedreven; noest; onvermoeibaar fel; fervent; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; heftig; hevig; spiritueus; stormachtig; temperamentvol; verwoed; vurig; warmbloedig
assiduous bedreven; noest; onvermoeibaar naarstig; toegewijd; verwoed
capable bedreven; bekwaam; geoefend behendig; bekwaam; capabel; competent; deskundig; fysiek in staat; geschikt; handig; in staat; intelligent; knap; kundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vaardig; vakbekwaam; vakkundig
diligent bedreven; noest; onvermoeibaar arbeidzaam; naarstig; noest; toegewijd; verwoed
indefatigable bedreven; noest; onvermoeibaar onverdroten; onvermoeibaar; onvermoeid
industrious bedreven; noest; onvermoeibaar actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; druk; ijverig; naarstig; nijver; noest; verwoed; vlijtig; werkend; werkzaam
practiced bedreven; noest; onvermoeibaar geleerd; geschoold; onderwezen
practised bedreven; noest; onvermoeibaar geleerd; geschoold; onderwezen
proficient bedreven; bekwaam; geoefend behendig; bekwaam; capabel; competent; fysiek in staat; geschikt; handig; in staat; kundig; vaardig; volleerd
skilful bedreven; bekwaam; geoefend behendig; bekwaam; briljant; clever; handig; ingenieus; kien; knap; kundig; kunstig; magistraal; meesterlijk; pienter; rap; schrander; slim; snel; snugger; uitgeslapen; vaardig; vindingrijk; vlot; vlug
skilled bedreven; bekwaam; geoefend bekwaam; bevoegd; capabel; competent; gediplomeerd; gekwalificeerd; geleerd; geschikt; geschoold; onderwezen
skillful bedreven; bekwaam; geoefend behendig; bekwaam; briljant; clever; handig; ingenieus; kien; knap; kundig; kunstig; magistraal; meesterlijk; pienter; rap; schrander; slim; snel; snugger; uitgeslapen; vaardig; vindingrijk; vlot; vlug
tireless bedreven; noest; onvermoeibaar
trained bedreven; bekwaam; geoefend
zealous bedreven; noest; onvermoeibaar ijverig; vlijtig

Verwante woorden van "bedreven":


Wiktionary: bedreven

bedreven
adjective
  1. ervaren en handig, vakkundig
bedreven
adjective
  1. dexterous; ready; apt; felicitous
  2. skillful
  3. possessing skill, skilled
  4. possessing skill

Cross Translation:
FromToVia
bedreven adroit; dexterous; able; proficient; capable; handy; skillful; skilful; skilled; smart; adept; accomplished; apt adroit — Qui a de l’adresse. (Sens général).
bedreven adroit; able; proficient; capable; handy; skilful; skilled; smart; adept; accomplished; apt habileadroit ; qui fait ce qu’il entreprendre avec souplesse.

bedrijven:

bedrijven [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de bedrijven (bureaus)
    the companies; the businesses; the enterprises; the firms

Vertaal Matrix voor bedrijven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
businesses bedrijven; bureaus
companies bedrijven; bureaus
enterprises bedrijven; bureaus
firms bedrijven; bureaus

Wiktionary: bedrijven

bedrijven
verb
  1. aan iets doen

Cross Translation:
FromToVia
bedrijven commit; carry out verüben — etwas Negatives, Schädliches ausführen
bedrijven build; construct; make construirebâtir, élever, avec de la pierre, du bois, du métal, etc., d’après un plan déterminé.
bedrijven fabricate; manufacture; concoct fabriquerexécuter ou faire exécuter certains ouvrages suivant les procédés d’un art mécanique, en atelier ou en usine.
bedrijven produce; operate; impact; impinge; work; avail; affect; act; take action; move opéreraccomplir une œuvre, produire un effet.
bedrijven ask poserplacer, mettre sur quelque chose.