Nederlands
Uitgebreide vertaling voor beboeten (Nederlands) in het Engels
beboeten:
-
beboeten
Conjugations for beboeten:
o.t.t.
- beboet
- beboet
- beboet
- beboeten
- beboeten
- beboeten
o.v.t.
- beboette
- beboette
- beboette
- beboetten
- beboetten
- beboetten
v.t.t.
- heb beboet
- hebt beboet
- heeft beboet
- hebben beboet
- hebben beboet
- hebben beboet
v.v.t.
- had beboet
- had beboet
- had beboet
- hadden beboet
- hadden beboet
- hadden beboet
o.t.t.t.
- zal beboeten
- zult beboeten
- zal beboeten
- zullen beboeten
- zullen beboeten
- zullen beboeten
o.v.t.t.
- zou beboeten
- zou beboeten
- zou beboeten
- zouden beboeten
- zouden beboeten
- zouden beboeten
diversen
- beboet!
- beboet!
- beboet
- beboetende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor beboeten:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fine | bekeuring; boete; boeten; bon; geldboete; geldstraf; penalty | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fine | beboeten | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fine | akkoord; fijn; fijne; geschikt; in orde; kiplekker; mee eens; mieters; opperbest; prima; slank en smal; subtiel; tof; van zand of regen |
Computer vertaling door derden: