Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. bassleutel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bassleutel (Nederlands) in het Engels

bassleutel:

bassleutel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de bassleutel
    the bass key
    • bass key [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bassleutel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bass key bassleutel

Verwante woorden van "bassleutel":

  • bassleutels

Wiktionary: bassleutel

bassleutel
noun
  1. music symbol