Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- bascule:
-
Wiktionary:
- bascule → lever, seesaw, teeter-totter
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bascule (Nederlands) in het Engels
bascule:
-
de bascule (weegschaal; balans; waag)
the weighing machine; the balance; the scales; the weigh-beam; the steelyard; the weighhouse; the weighing-house; the weigh-house
Vertaal Matrix voor bascule:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
balance | balans; bascule; waag; weegschaal | activa; balans; baten; bezit; equatie; evenwicht; evenwichtigheid; gelijkmaking; harmonie; overblijfsel; rekeningsaldo; rest; saldo; tegoed; vereffening; waag; weegbrug; weeghuis |
scales | balans; bascule; waag; weegschaal | snelweger; waag; weegbrug |
steelyard | balans; bascule; waag; weegschaal | |
weigh-beam | balans; bascule; waag; weegschaal | |
weigh-house | balans; bascule; waag; weegschaal | waaggebouw |
weighhouse | balans; bascule; waag; weegschaal | |
weighing machine | balans; bascule; waag; weegschaal | |
weighing-house | balans; bascule; waag; weegschaal | waag; waaggebouw; weeghuis |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
balance | balanceren; in evenwicht brengen; uitbalanceren |