Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. bandbreedte:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bandbreedte (Nederlands) in het Engels

bandbreedte:

bandbreedte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de bandbreedte (bereik)
    the range; the reach
    • range [the ~] zelfstandig naamwoord
    • reach [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de bandbreedte
    the bandwidth
    – In analog communications, the difference between the highest and lowest frequencies in a specific range. For example, an analog telephone line accommodates a bandwidth of 3,000 hertz (Hz), the difference between the lowest (300 Hz) and highest (3,300 Hz) 1
  3. de bandbreedte
    the bandwidth
    – The data transfer capacity, or speed of transmission, of a digital communications system as measured in bits per second (bps). 1
  4. de bandbreedte
    the banding
    – The use of bands to represent ranges of performance based on thresholds. 1
    • banding [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bandbreedte:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
banding bandbreedte
bandwidth bandbreedte
range bandbreedte; bereik bereik; blikveld; draagwijdte; gezichtskring; gezichtsveld; range; reikwijdte; schietterrein; schootsafstand; verspreidingsgebied; vliegbereik
reach bandbreedte; bereik afstand; baan; baanvak; bereik; draagwijdte; etappe; pad; range; reikwijdte; ronde; route; tournee; traject; verspreidingsgebied; weg
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
range afwisselen; rangordenen; rangschikken; scharen; uiteenlopen; variëren; veranderen; verschillen; wisselen
reach bereiken; doordringen; graaien; grijpen; grissen; jatten; komen tot; penetreren in; pikken; reiken; snaaien; wegkapen

Verwante woorden van "bandbreedte":

  • bandbreedten, bandbreedtes

Wiktionary: bandbreedte

bandbreedte
noun
  1. measure of data flow rate in digital networks
  2. width of a frequency band
  3. broadcasting space