Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- babbelziek:
-
Wiktionary:
- babbelziek → talkative
- babbelziek → talkative, chatterbug
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor babbelziek (Nederlands) in het Engels
babbelziek:
-
babbelziek (kletserig; praatziek; spraakzaam; praatgraag; indiscreet; flapuit; mededeelzaam; loslippig; kletsgraag; babbelachtig)
talkative; garrulous; communicative; chatty; loose-tongued; blabbing; chattish; blabber; loose-lipped; silver-tongued; indiscrete; indiscreet; gossipy-
talkative bijvoeglijk naamwoord
-
garrulous bijvoeglijk naamwoord
-
communicative bijvoeglijk naamwoord
-
chatty bijvoeglijk naamwoord
-
loose-tongued bijvoeglijk naamwoord
-
blabbing bijvoeglijk naamwoord
-
chattish bijvoeglijk naamwoord
-
blabber bijvoeglijk naamwoord
-
loose-lipped bijvoeglijk naamwoord
-
silver-tongued bijvoeglijk naamwoord
-
indiscrete bijvoeglijk naamwoord
-
indiscreet bijvoeglijk naamwoord
-
gossipy bijvoeglijk naamwoord
-
-
babbelziek (loslippig)
Vertaal Matrix voor babbelziek:
Verwante woorden van "babbelziek":
Wiktionary: babbelziek
babbelziek
Cross Translation:
adjective
-
tending to talk or speak freely or often
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• babbelziek | → talkative; chatterbug | ↔ babillard — Celui, celle qui aime à babiller |
• babbelziek | → talkative | ↔ bavard — Qui a l’habitude de bavarder. |