Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. baal:
  2. balen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor baal (Nederlands) in het Engels

baal:

baal [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de baal (pak)
    the bale
    • bale [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor baal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bale baal; pak
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bale emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken

Verwante woorden van "baal":

  • balen, baaltje, baaltjes

Wiktionary: baal


Cross Translation:
FromToVia
baal bale Ballen — lose Ware, die zum Transport zusammengebunden wurde, meist mit einem bestimmten Gewicht oder Volumen

baal vorm van balen:

balen werkwoord (baal, baalt, baalde, baalden, gebaald)

  1. balen
    be fed up

Conjugations for balen:

o.t.t.
  1. baal
  2. baalt
  3. baalt
  4. balen
  5. balen
  6. balen
o.v.t.
  1. baalde
  2. baalde
  3. baalde
  4. baalden
  5. baalden
  6. baalden
v.t.t.
  1. heb gebaald
  2. hebt gebaald
  3. heeft gebaald
  4. hebben gebaald
  5. hebben gebaald
  6. hebben gebaald
v.v.t.
  1. had gebaald
  2. had gebaald
  3. had gebaald
  4. hadden gebaald
  5. hadden gebaald
  6. hadden gebaald
o.t.t.t.
  1. zal balen
  2. zult balen
  3. zal balen
  4. zullen balen
  5. zullen balen
  6. zullen balen
o.v.t.t.
  1. zou balen
  2. zou balen
  3. zou balen
  4. zouden balen
  5. zouden balen
  6. zouden balen
diversen
  1. baal!
  2. baalt!
  3. gebaald
  4. balende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor balen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
be fed up balen

Verwante woorden van "balen":