Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor argumenteren (Nederlands) in het Engels
argumenteren:
-
argumenteren (beredeneren; redeneren)
-
argumenteren (redetwisten; twisten; disputeren)
Conjugations for argumenteren:
o.t.t.
- argumenteer
- argumenteert
- argumenteert
- argumenteren
- argumenteren
- argumenteren
o.v.t.
- argumenteerde
- argumenteerde
- argumenteerde
- argumenteerden
- argumenteerden
- argumenteerden
v.t.t.
- heb geargumenteerd
- hebt geargumenteerd
- heeft geargumenteerd
- hebben geargumenteerd
- hebben geargumenteerd
- hebben geargumenteerd
v.v.t.
- had geargumenteerd
- had geargumenteerd
- had geargumenteerd
- hadden geargumenteerd
- hadden geargumenteerd
- hadden geargumenteerd
o.t.t.t.
- zal argumenteren
- zult argumenteren
- zal argumenteren
- zullen argumenteren
- zullen argumenteren
- zullen argumenteren
o.v.t.t.
- zou argumenteren
- zou argumenteren
- zou argumenteren
- zouden argumenteren
- zouden argumenteren
- zouden argumenteren
diversen
- argumenteer!
- argumenteert!
- geargumenteerd
- argumenterende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor argumenteren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dispute | aanvechten; bestrijden; betwisten; botsing; conflict; debat; dispuut; geschil; meningsverschil; onenigheid; redestrijd; redetwist; ruzie; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling | |
reason | aanleiding; bewustzijn; brein; directe oorzaak; inzicht; rede; reden; verstand | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
argue | argumenteren; beredeneren; disputeren; redeneren; redetwisten; twisten | bakkeleien; bekvechten; hakketakken; ruzieën; twisten |
dispute | argumenteren; disputeren; redetwisten; twisten | aanvechten; bakkeleien; bekvechten; bestrijden; betwisten; hakketakken; ruzieën; twisten |
reason | argumenteren; beredeneren; redeneren | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
reason | ratio; verstand |
Wiktionary: argumenteren
argumenteren
Cross Translation:
verb
-
met argumenten tot een conclusie trachten te komen
- argumenteren → argue
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• argumenteren | → argue | ↔ argumentieren — Argumente und Begründungen vorbringen, um eine These oder eine Meinung zu untermauern |