Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. archief:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor archief (Nederlands) in het Engels

archief:

archief [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het archief (annalen)
    the archive; the files; the annals; the folders; the records; the almanac; the yearbook; the annual
    • archive [the ~] zelfstandig naamwoord
    • files [the ~] zelfstandig naamwoord
    • annals [the ~] zelfstandig naamwoord
    • folders [the ~] zelfstandig naamwoord
    • records [the ~] zelfstandig naamwoord
    • almanac [the ~] zelfstandig naamwoord
    • yearbook [the ~] zelfstandig naamwoord
    • annual [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. het archief (gegevensbestand)
    the archive; the database; the data-bank
  3. het archief
    the archives
    • archives [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. het archief
    the archive
    – A compressed file. 1
    • archive [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. het archief
    the archive
    – Information that has been moved to another location for storage and occasional future access. 1
    • archive [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. het archief
    the store
    – A technology used by Exchange to store user mailboxes and folders. A store consists of a rich-text database (.edb), plus a streaming native Internet content database (.stm). 1
    • store [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor archief:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
almanac annalen; archief
annals annalen; archief bestanden; computerbestanden; dossiers; opbergmappen; ordners
annual annalen; archief almanak; jaarboek
archive annalen; archief; gegevensbestand bestanden; computerbestanden; dossiers; opbergmappen; ordners
archives archief
data-bank archief; gegevensbestand databank; database; databestand; gegevensbank
database archief; gegevensbestand database; gegevensbank
files annalen; archief dossiers; opbergmappen; ordners
folders annalen; archief dossiers; opbergmappen; ordners
records annalen; archief bestanden; computerbestanden; dossiers; elpees; lp's; opbergmappen; ordners; platen; records
store archief bergplaats; depot; geweermagazijn; ligopslagplaats; magazijn; opslag; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; provisiekast; voorraadschuur; warenhuis
yearbook annalen; archief jaarboek
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
archive archiveren; comprimeren
store archiveren; bewaren; deponeren; hamsteren; opbergen; oppotten; opslaan; opzij leggen; potten; stallen; wegbergen; wegsluiten; wegzetten
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
annual jaarlijks; jaarlijkse; op jaarbasis; per jaar

Verwante woorden van "archief":

  • archieven

Wiktionary: archief

archief
noun
  1. plaats waar (meestal oude) documenten opgeslagen en verzameld worden
archief
noun
  1. place for storing earlier material