Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. agglomeratie:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor agglomeratie (Nederlands) in het Engels

agglomeratie:

agglomeratie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de agglomeratie (opeenhoping)
    the agglomeration; the piling up
  2. de agglomeratie
    the agglomeration
  3. de agglomeratie

Vertaal Matrix voor agglomeratie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agglomeration agglomeratie; opeenhoping
piling up agglomeratie; opeenhoping accumulatie; hoop; massa; opaarden; opeenhoping; opeenstapeling; ophopen; ophoping; selectie; sortering; stapel; stel; verhogen; verzameling
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
built-up area agglomeratie

Verwante woorden van "agglomeratie":

  • agglomeraties

Wiktionary: agglomeratie

agglomeratie
noun
  1. an extended collection of urban communities; urban sprawl
  2. extended city area

Cross Translation:
FromToVia
agglomeratie agglomeration; agglomerate agglomérationaction d’agglomérer ou résultat de cette action.