Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. agglomeraat:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor agglomeraat (Nederlands) in het Engels

agglomeraat:

agglomeraat [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het agglomeraat
    the conglomerate; the agglomerate

Vertaal Matrix voor agglomeraat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agglomerate agglomeraat
conglomerate agglomeraat conglomeraat van bedrijven

Verwante woorden van "agglomeraat":

  • agglomeraten

Wiktionary: agglomeraat


Cross Translation:
FromToVia
agglomeraat agglomeration; agglomerate agglomérat — minéral|fr masse de substances minérales agglomérer.
agglomeraat agglomeration; agglomerate agglomérationaction d’agglomérer ou résultat de cette action.