Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. afschrobben:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afschrobben (Nederlands) in het Engels

afschrobben:

afschrobben werkwoord (schrob af, schrobt af, schrobde af, schrobden af, afgeschrobd)

  1. afschrobben (schrobben; boenen; schoonboenen; afboenen; schoonschrobben)
    to scrub; to scour
    • scrub werkwoord (scrubs, scrubbed, scrubbing)
    • scour werkwoord (scours, scoured, scouring)

Conjugations for afschrobben:

o.t.t.
  1. schrob af
  2. schrobt af
  3. schrobt af
  4. schrobben af
  5. schrobben af
  6. schrobben af
o.v.t.
  1. schrobde af
  2. schrobde af
  3. schrobde af
  4. schrobden af
  5. schrobden af
  6. schrobden af
v.t.t.
  1. heb afgeschrobd
  2. hebt afgeschrobd
  3. heeft afgeschrobd
  4. hebben afgeschrobd
  5. hebben afgeschrobd
  6. hebben afgeschrobd
v.v.t.
  1. had afgeschrobd
  2. had afgeschrobd
  3. had afgeschrobd
  4. hadden afgeschrobd
  5. hadden afgeschrobd
  6. hadden afgeschrobd
o.t.t.t.
  1. zal afschrobben
  2. zult afschrobben
  3. zal afschrobben
  4. zullen afschrobben
  5. zullen afschrobben
  6. zullen afschrobben
o.v.t.t.
  1. zou afschrobben
  2. zou afschrobben
  3. zou afschrobben
  4. zouden afschrobben
  5. zouden afschrobben
  6. zouden afschrobben
diversen
  1. schrob af!
  2. schrobt af!
  3. afgeschrobd
  4. afschrobbende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor afschrobben:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
scrub struiken; struikgewas; struweel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
scour afboenen; afschrobben; boenen; schoonboenen; schoonschrobben; schrobben
scrub afboenen; afschrobben; boenen; schoonboenen; schoonschrobben; schrobben dweilen