Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. afrastering:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afrastering (Nederlands) in het Engels

afrastering:

afrastering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de afrastering (omheining; omrastering)
    the fence; the trellis work; the fence off; the fence in
  2. de afrastering (afscherming; begrenzing)
    the fencing; the railings
    • fencing [the ~] zelfstandig naamwoord
    • railings [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor afrastering:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fence afrastering; omheining; omrastering afscheiding; afschutting; handelaar in gestolen goederen; hek; hekwerk; heler; rasterwerk; schutting
fence in afrastering; omheining; omrastering
fence off afrastering; omheining; omrastering
fencing afrastering; afscherming; begrenzing afscheiding; fraude; hek; hekwerk; malversatie; onregelmatigheden; ontvreemding; rasterwerk; schutting; verdonkeremaning; verduisteren; verduistering; zwendel
railings afrastering; afscherming; begrenzing traliedeur; traliehek
trellis work afrastering; omheining; omrastering raster; rastering; rasterwerk; rooster; schutting
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fence afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; omlijnen; schermen
fence in afbakenen; afdekken; afpalen; afschermen; afschutten; afzetten; begrenzen; beschermen; beschutten; omheinen; omlijnen
fence off afbakenen; afdekken; afpalen; afschermen; afschutten; afzetten; begrenzen; beschermen; beschutten; dichten; dichtmaken; dichtstoppen; omheinen; omlijnen; stoppen