Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afging (Nederlands) in het Engels

afgaan:

afgaan werkwoord (ga af, gaat af, ging af, gingen af, afgegaan)

  1. afgaan (mislukken; falen; verkeerd lopen; )
    to fail; to flop; to go wrong; to meet with disaster; to fall flat; lose one's face
    • fail werkwoord (fails, failed, failing)
    • flop werkwoord (flops, flopped, flopping)
    • go wrong werkwoord (goes wrong, went wrong, going wrong)
    • meet with disaster werkwoord (meets with disaster, met with disaster, meeting with disaster)
    • fall flat werkwoord (falls flat, fell flat, falling flat)
    • lose one's face werkwoord

Conjugations for afgaan:

o.t.t.
  1. ga af
  2. gaat af
  3. gaat af
  4. gaan af
  5. gaan af
  6. gaan af
o.v.t.
  1. ging af
  2. ging af
  3. ging af
  4. gingen af
  5. gingen af
  6. gingen af
v.t.t.
  1. ben afgegaan
  2. bent afgegaan
  3. is afgegaan
  4. zijn afgegaan
  5. zijn afgegaan
  6. zijn afgegaan
v.v.t.
  1. was afgegaan
  2. was afgegaan
  3. was afgegaan
  4. waren afgegaan
  5. waren afgegaan
  6. waren afgegaan
o.t.t.t.
  1. zal afgaan
  2. zult afgaan
  3. zal afgaan
  4. zullen afgaan
  5. zullen afgaan
  6. zullen afgaan
o.v.t.t.
  1. zou afgaan
  2. zou afgaan
  3. zou afgaan
  4. zouden afgaan
  5. zouden afgaan
  6. zouden afgaan
diversen
  1. ga af!
  2. gaat af!
  3. afgegaan
  4. afgaande
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor afgaan:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flop afgang; blamage; echec; fiasco; flop; mislukking; misser; teschandemaking
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fail afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen blijven zitten; doubleren; te kort schieten; tegenvallen; verongelukken
fall flat afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen onderuitgaan; slippen; uitglibberen; uitglijden; uitschieten; uitschuiven; wegschieten
flop afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen kwakken; neerkwakken; smakken
go wrong afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen
lose one's face afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen
meet with disaster afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen verongelukken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
go wrong ongerede

Verwante definities voor "afgaan":

  1. dom lijken1
    • hij ging wel af toen hij dat foute antwoord gaf1
  2. je door iemand laten leiden omdat je hem vertrouwt1
    • op welke adviseur moet ik nu afgaan?1
  3. plotseling beginnen te werken1
    • de wekker ging af1
  4. recht naar iemand toe lopen1
    • hij ging op de leraar af1

Wiktionary: afgaan

afgaan
verb
  1. naar beneden gaan
  2. afgeschoten worden
  3. een slechte indruk nalaten
    • afgaan → lose one's face
afgaan
verb
  1. explode
  2. To move from being on top of (a thing)
  3. to fail completely, not to be successful at all
  4. physiology: to cause action potential in a cell
  5. fail spectacularly

Cross Translation:
FromToVia
afgaan leave; drive away; drive off; start off; start; absent onself; depart; go away; absent onself from; discharge; fire; fire off; start out; set off; set going partir — (vieilli) diviser en plusieurs parts. On ne l’emploie plus, en ce sens, que dans cette phrase :
afgaan visit; attend; call on; see visiter — désuet|fr aller voir quelqu’un chez lui sans séjourner.

Computer vertaling door derden: