Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- afgezien:
- afzien:
-
Wiktionary:
- afgezien → besides
- afzien → abandon a plan, have a tough time, give up, abandon
- afzien → renounce, resign, forgo
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor afgezien (Nederlands) in het Engels
afgezien:
-
afgezien (overgeschreven; afgeschreven; afgekeken; gespiekt)
written out; cribbed; copied-
written out bijvoeglijk naamwoord
-
cribbed bijvoeglijk naamwoord
-
copied bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor afgezien:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
copied | afgekeken; afgeschreven; afgezien; gespiekt; overgeschreven | nep; vervalst |
cribbed | afgekeken; afgeschreven; afgezien; gespiekt; overgeschreven | |
written out | afgekeken; afgeschreven; afgezien; gespiekt; overgeschreven | uitgeschreven; voluitgeschreven |
Verwante woorden van "afgezien":
Verwante definities voor "afgezien":
afgezien vorm van afzien:
-
afzien (afstand doen)
Conjugations for afzien:
o.t.t.
- zie af
- ziet af
- ziet af
- zien af
- zien af
- zien af
o.v.t.
- zag af
- zag af
- zag af
- zagen af
- zagen af
- zagen af
v.t.t.
- heb afgezien
- hebt afgezien
- heeft afgezien
- hebben afgezien
- hebben afgezien
- hebben afgezien
v.v.t.
- had afgezien
- had afgezien
- had afgezien
- hadden afgezien
- hadden afgezien
- hadden afgezien
o.t.t.t.
- zal afzien
- zult afzien
- zal afzien
- zullen afzien
- zullen afzien
- zullen afzien
o.v.t.t.
- zou afzien
- zou afzien
- zou afzien
- zouden afzien
- zouden afzien
- zouden afzien
diversen
- zie af!
- ziet af!
- afgezien
- afziend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor afzien:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
give up | afstand doen; afzien | capituleren; de brui geven aan; ermee uitscheiden; inschrijven; opgeven; ophouden; overgeven; staken; stoppen; strijd opgeven; uitleveren; uitscheiden; zich overgeven |
relinquish | afstand doen; afzien | |
renunciate | afstand doen; afzien |
Wiktionary: afzien
afzien
Cross Translation:
verb
afzien
-
besluiten iets niet te doen
- afzien → abandon a plan
-
lijden, ongemak doorstaan
- afzien → have a tough time
verb
-
relinquish
-
to relinquish a claim to property
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• afzien | → renounce; resign; forgo | ↔ verzichten — Anspruch auf etwas freiwillig aufgeben; etwas aus seiner Entscheidung heraus nicht tun |