Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. afgestompt:
  2. afstompen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afgestompt (Nederlands) in het Engels

afgestompt:

afgestompt bijvoeglijk naamwoord

  1. afgestompt (stompzinnig; dom; onnozel; )
    stupid; obtuse; dull; dense
    • stupid bijvoeglijk naamwoord
    • obtuse bijvoeglijk naamwoord
    • dull bijvoeglijk naamwoord
    • dense bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor afgestompt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stupid druiloor; idioot; kalfskop; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sukkel; sul
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dense achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; geesteloos; hersenloos; idioot; onbenullig; onnozel; onverstandig; stompzinnig; stupide; verstandeloos afgesloten; dicht; dicht opeen; gesloten; hardleers; toe
dull achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; geesteloos; hersenloos; idioot; onbenullig; onnozel; onverstandig; stompzinnig; stupide; verstandeloos afgezaagd; afstompend; beslagen; bleekrood; bokkig; bot; daas; dof; duf; dwars; eentonig; ellendig; flets; geestdodend; geesteloos; glansloos; grauw; koppig; langdraadig; langdradig; langwijlig; lastig; mat; melig; mistroostig; monotoon; niet helder; niet uitbundig; ongeanimeerd; onscherp; rot; saai; saaie; slaapverwekkend; smakeloos; soezerig; somber; stijfhoofdig; stijlloos; stom; suf; taai; triest; troosteloos; vaalrood; versuft; vervelend; vreugdeloos; weerbarstig; weerspannig; zonder afleiding; zouteloos
obtuse achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; geesteloos; hersenloos; idioot; onbenullig; onnozel; onverstandig; stompzinnig; stupide; verstandeloos
stupid achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; geesteloos; hersenloos; idioot; onbenullig; onnozel; onverstandig; stompzinnig; stupide; verstandeloos achtergebleven; achterlijk; dom; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; getikt; hoorndol; idioot; idioterig; kierewiet; knots; krankjorum; krankzinnig; lullig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; onbezonnen; onverstandig; stom; stupide; suf; typisch; vreemd; zot

Wiktionary: afgestompt

afgestompt
adjective
  1. intellectually dull
  2. emotionally hardened

afstompen:

afstompen werkwoord (stomp af, stompt af, stompte af, stompten af, afgestompt)

  1. afstompen (vervlakken)
    to blunt; to become dull
    • blunt werkwoord (blunts, blunted, blunting)
    • become dull werkwoord (becomes dull, becoming dull)

Conjugations for afstompen:

o.t.t.
  1. stomp af
  2. stompt af
  3. stompt af
  4. stompen af
  5. stompen af
  6. stompen af
o.v.t.
  1. stompte af
  2. stompte af
  3. stompte af
  4. stompten af
  5. stompten af
  6. stompten af
v.t.t.
  1. ben afgestompt
  2. bent afgestompt
  3. is afgestompt
  4. zijn afgestompt
  5. zijn afgestompt
  6. zijn afgestompt
v.v.t.
  1. was afgestompt
  2. was afgestompt
  3. was afgestompt
  4. waren afgestompt
  5. waren afgestompt
  6. waren afgestompt
o.t.t.t.
  1. zal afstompen
  2. zult afstompen
  3. zal afstompen
  4. zullen afstompen
  5. zullen afstompen
  6. zullen afstompen
o.v.t.t.
  1. zou afstompen
  2. zou afstompen
  3. zou afstompen
  4. zouden afstompen
  5. zouden afstompen
  6. zouden afstompen
diversen
  1. stomp af!
  2. stompt af!
  3. afgestompt
  4. afstompende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor afstompen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
become dull afstompen; vervlakken
blunt afstompen; vervlakken
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blunt abrupt; bot; bruusk; cru; direct; eensklaps; ineens; kortaf; kortzichtig; nors; onbewimpeld; ongenuanceerd; ongezouten; onomwonden; onscherp; onverbloemd; onverhoeds; onverholen; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; onzacht; opeens; openhartig; openlijk; plots; plotseling; plotsklaps; rechttoe rechtaan; ronduit; ruiterlijk; stomp; zonder omhaal

Wiktionary: afstompen


Cross Translation:
FromToVia
afstompen stultify; dull abêtirrendre stupide.
afstompen sweeten; smooth; soften; blunt; dull; allay adoucir — Rendre doux, tempérer l’âcreté de quelque chose d’aigre, de piquant, de salé.
afstompen numb; blunt; dull; allay engourdirrendre gourd, comme perclus et presque sans mouvement.
afstompen blunt; dull; allay émousser — Traductions à trier suivant le sens