Nederlands
Uitgebreide vertaling voor afgeleefd (Nederlands) in het Engels
afgeleefd:
-
afgeleefd (versleten; vervallen; oud; afgedragen; afgetrapt)
decrepit; worn out; worn; worn with age; kicked off-
decrepit bijvoeglijk naamwoord
-
worn out bijvoeglijk naamwoord
-
worn bijvoeglijk naamwoord
-
worn with age bijvoeglijk naamwoord
-
kicked off bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor afgeleefd:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
decrepit | afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen | |
worn | afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen | doorgesleten; uitgeleefd; uitgesleten |
worn out | afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen | afgemat; afgesloofd; bekaf; dodelijk vermoeid; doodmoe; doodop; hondsmoe; op; uitgeleefd |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kicked off | afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen | |
worn with age | afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen | uitgeleefd |