Nederlands
Uitgebreide vertaling voor afgedragen (Nederlands) in het Engels
afgedragen:
-
afgedragen (versleten; vervallen; afgeleefd; oud; afgetrapt)
decrepit; worn out; worn; worn with age; kicked off-
decrepit bijvoeglijk naamwoord
-
worn out bijvoeglijk naamwoord
-
worn bijvoeglijk naamwoord
-
worn with age bijvoeglijk naamwoord
-
kicked off bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor afgedragen:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
decrepit | afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen | |
worn | afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen | doorgesleten; uitgeleefd; uitgesleten |
worn out | afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen | afgemat; afgesloofd; bekaf; dodelijk vermoeid; doodmoe; doodop; hondsmoe; op; uitgeleefd |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kicked off | afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen | |
worn with age | afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen | uitgeleefd |
Wiktionary: afgedragen
afgedragen
adjective
-
weakened or worn out
afdragen:
-
afdragen (overdragen aan)
-
afdragen (verslijten; slijten; verteren)
Conjugations for afdragen:
o.t.t.
- draag af
- draagt af
- draagt af
- dragen af
- dragen af
- dragen af
o.v.t.
- droeg af
- droeg af
- droeg af
- droegen af
- droegen af
- droegen af
v.t.t.
- heb afgedragen
- hebt afgedragen
- heeft afgedragen
- hebben afgedragen
- hebben afgedragen
- hebben afgedragen
v.v.t.
- had afgedragen
- had afgedragen
- had afgedragen
- hadden afgedragen
- hadden afgedragen
- hadden afgedragen
o.t.t.t.
- zal afdragen
- zult afdragen
- zal afdragen
- zullen afdragen
- zullen afdragen
- zullen afdragen
o.v.t.t.
- zou afdragen
- zou afdragen
- zou afdragen
- zouden afdragen
- zouden afdragen
- zouden afdragen
diversen
- draag af!
- draagt af!
- afgedragen
- afdragende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
afdragen (kleding afdragen)
the wearing out