Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. administrator:
  2. Wiktionary:
    • administrator → root


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor administrator (Nederlands) in het Engels

administrator:

administrator [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de administrator
    the administrator
    – A person who manages accounts and determines safety settings. 1
  2. de administrator
    the administrator
    – A Windows Live account that manages a subscription. 1

Vertaal Matrix voor administrator:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
administrator administrator Administrator; Administrator-account; administrateur; beheerder; boekhouder; computerbeheerder; ingebouwde administrator; ingebouwde administratoraccount; intendant; referendaris; sysadmin; systeembeheerder

Wiktionary: administrator

administrator
noun
  1. person who manages accounts on a UNIX system