Nederlands
Uitgebreide vertaling voor aanslibben (Nederlands) in het Engels
aanslibben:
-
aanslibben (sedimentatie; aanslibbing)
-
aanslibben
Conjugations for aanslibben:
o.t.t.
- slib aan
- slibt aan
- slibt aan
- slibben aan
- slibben aan
- slibben aan
o.v.t.
- slibde aan
- slibde aan
- slibde aan
- slibden aan
- slibden aan
- slibden aan
v.t.t.
- ben aangeslibd
- bent aangeslibd
- is aangeslibd
- zijn aangeslibd
- zijn aangeslibd
- zijn aangeslibd
v.v.t.
- was aangeslibd
- was aangeslibd
- was aangeslibd
- waren aangeslibd
- waren aangeslibd
- waren aangeslibd
o.t.t.t.
- zal aanslibben
- zult aanslibben
- zal aanslibben
- zullen aanslibben
- zullen aanslibben
- zullen aanslibben
o.v.t.t.
- zou aanslibben
- zou aanslibben
- zou aanslibben
- zouden aanslibben
- zouden aanslibben
- zouden aanslibben
diversen
- slib aan!
- slibt aan!
- aangeslibd
- aanslibbende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor aanslibben:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
accretion of land | aanslibben; aanslibbing; sedimentatie | |
sedimentation | aanslibben; aanslibbing; sedimentatie | |
silt | bagger; modder; prut; slib; slijk; slik | |
silting | aanslibben; aanslibbing; sedimentatie | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
silt | aanslibben |