Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. aanhankelijkheid:
  2. aanhankelijk:
  3. Wiktionary:
  4. Gebruikers suggesties voor aanhankelijkheid:
    • adherence


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanhankelijkheid (Nederlands) in het Engels

aanhankelijkheid:

aanhankelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de aanhankelijkheid (verknochtheid; affectie; gehechtheid)
    the affection; the devotion; the fondness; the attachment; the dedication

Vertaal Matrix voor aanhankelijkheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affection aanhankelijkheid; affectie; gehechtheid; verknochtheid aandoening; genegenheid; innigheid; lichamelijke aandoening; liefde; toegenegenheid
attachment aanhankelijkheid; affectie; gehechtheid; verknochtheid aanhechting; beslaglegging; bevestiging; bijlage; het bevestigen; het vastmaken
dedication aanhankelijkheid; affectie; gehechtheid; verknochtheid devotie; doel; doeleinde; genegenheid; ijver; inzet; overgave; streven; toegewijdheid; toewijding; trouw; zorgzaamheid
devotion aanhankelijkheid; affectie; gehechtheid; verknochtheid devotie; doel; doeleinde; genegenheid; godsdienstigheid; godvrezendheid; godvruchtigheid; heiliging; ijver; inzet; overgave; streven; toegewijdheid; toewijding; trouw; vroomheid; wijding; zegening; zorgzaamheid
fondness aanhankelijkheid; affectie; gehechtheid; verknochtheid genegenheid; toegenegenheid

Verwante woorden van "aanhankelijkheid":


Wiktionary: aanhankelijkheid


Cross Translation:
FromToVia
aanhankelijkheid attachment; adherence attachementsentiment qui faire qu’on s’attache fortement et volontairement à quelqu’un, à quelque chose.
aanhankelijkheid devotion dévouement — Le fait de s’investir pleinement dans une action, souvent au profit des autres.

aanhankelijk:

aanhankelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. aanhankelijk
    affectionate; attached; devoted

Vertaal Matrix voor aanhankelijk:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affectionate aanhankelijk bemind; dierbaar; favoriete; gehecht; geliefd; geselecteerd; hartelijk; lief; liefderijk; liefdevol; liefhebbend; lievelings; minnelijk; toegenegen; verknocht; verkoren; vriendelijk
attached aanhankelijk aan elkaar zittend; aaneengehecht; aangevoegd; bijgaand; bijgesloten; bijgevoegd; gehecht; gekoppeld; vastzittend; verbonden; verkleefd; verknocht
devoted aanhankelijk gehecht; toegedaan; toegewijd; verknocht

Verwante woorden van "aanhankelijk":


Wiktionary: aanhankelijk

aanhankelijk
adjective
  1. trouw, toegenegen

Cross Translation:
FromToVia
aanhankelijk affectionate; caring affectueux — Qui montre de l’affection, de l’amour.