Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor één (Nederlands) in het Engels
één:
-
één (een)
Vertaal Matrix voor één:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
1 | een; één | |
ane | een; één | |
i | een; één | |
one | een; één | een; eentje |
Computer vertaling door derden: