Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
-
suffix:
-
Wiktionary:
suffix → achtervoegsel, suffix, aanhangsel
suffix → suffix, achtervoegsel, aanhangsel - Gebruikers suggesties voor suffix:
achtervoegsel, suffix -
Synoniemen voor "suffix":
postfix; affix; ending; termination
affix
-
Wiktionary:
Nederlands
Suggesties voor suffix in het Nederlands
Wiktionary: suffix
suffix
Cross Translation:
noun
suffix
-
een woorddeel dat achter de stam van een woord gevoegd wordt
- suffix → suffix
noun
-
letters or sounds added at the end of a word to modify the word's meaning
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• suffix | → suffix | ↔ Suffix — Linguistik: an einen Wortstamm angehängte Endung, die der Wortbildung oder Flexion dient |
• suffix | → suffix | ↔ suffixe — Élément lexical |
Engels
Uitgebreide vertaling voor suffix (Engels) in het Nederlands
suffix:
Vertaal Matrix voor suffix:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | postfix |
Synoniemen voor "suffix":
Antoniemen van "suffix":
Verwante definities voor "suffix":
Wiktionary: suffix
suffix
Cross Translation:
noun
suffix
-
letters or sounds added at the end of a word to modify the word's meaning
- suffix → achtervoegsel; suffix; aanhangsel
noun
-
een woorddeel dat achter de stam van een woord gevoegd wordt
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• suffix | → suffix; achtervoegsel | ↔ Suffix — Linguistik: an einen Wortstamm angehängte Endung, die der Wortbildung oder Flexion dient |
• suffix | → achtervoegsel; suffix; aanhangsel | ↔ suffixe — Élément lexical |