Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Engels ->Zoek: stijl

Nederlandse en Engelse zoekresultaten voor: stijl

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

stijl:
- baluster; bar; way of living; style
Wiktionary:
- stijl → style, post, look, stud
- stijl → style of speech, stake, post, pole, stanchion, prop, strut, standard, style

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stijl (Nederlands) in het Engels

stijl:

stijl [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de stijl (tralie; spijl)
the baluster; the bar
- baluster [the ~] zelfstandig naamwoord
- bar [the ~] zelfstandig naamwoord
de stijl (levensstijl; leefwijze; manier van leven; levenswijze)
the way of living
- way of living [the ~] zelfstandig naamwoord
de stijl
the style
– A set of formatting characteristics that you can apply to text, tables, and lists in your document to quickly change their appearance. ¹
- style [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor stijl:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
baluster	spijl; stijl; tralie
bar	spijl; stijl; tralie	bar; baton; buffet; café; coffeeshop; drankbuffet; dwarsbalk; dwarshout; gelagkamer; hindernis; hinderpaal; kroeg; kruishout; lokaliteit; pastille; plak; reep; reep chocolade; ritshout; roadblock; spon; staaf; staf; stang; stok; tablet; tap; tapkast; tapperij; taveerne; toog; versperring
style	stijl	genre; slag; snit; soort; type
way of living	leefwijze; levensstijl; levenswijze; manier van leven; stijl
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bar		afgrendelen; afschermen; barricaderen; traliën; versperren
style		stileren

Verwante woorden van "stijl":

stijlen

Verwante definities voor "stijl":

de manier waarop het gedaan is²
- de inhoud van de brief is duidelijk, maar de stijl is slecht²

Wiktionary: stijl

stijl

noun

handelswijze
- stijl → style
post
- stijl → post

stijl

noun

physical appearance
- look → stijl; uitzicht; look; uiterlijk
vertical post
- stud → stijl
manner of doing things
- style → stijl

Cross Translation:

From	To	Via
• stijl	→ style of speech	↔ Sprachstil — (durch besondere Merkmale, Eigenheiten gekennzeichnete) Art und Weise, etwas mit Worten oder in geschriebener Form zu äußern
• stijl	→ stake; post; pole; stanchion; prop; strut; standard	↔ poteau — pièce de bois de charpente, posée debout.
• stijl	→ style	↔ style — (botanique) filament reliant l’ovaire au stigmate, au centre de la fleur.

Verwante vertalingen van stijl