Schisma: vertaling Nederlands

Remove Ads

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

schisma:
- schism; seperation; rupture; religious conflict; dissension; conflict; disunity; discord; division
Wiktionary:
- schisma → rent, schism

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schisma (Nederlands) in het Engels

schisma:

schisma [het ~] zelfstandig naamwoord

het schisma (geloofsafscheiding; afscheiding; scheuring)
the schism; the seperation; the rupture; the religious conflict
- schism [the ~] zelfstandig naamwoord
- seperation [the ~] zelfstandig naamwoord
- rupture [the ~] zelfstandig naamwoord
- religious conflict [the ~] zelfstandig naamwoord
het schisma (tweedracht; verdeeldheid; disharmonie; scheuring; vete; conflict; onenigheid; tweespalt; twist; tweestrijd)
the dissension; the conflict; the disunity; the discord; the division
- dissension [the ~] zelfstandig naamwoord
- conflict [the ~] zelfstandig naamwoord
- disunity [the ~] zelfstandig naamwoord
- discord [the ~] zelfstandig naamwoord
- division [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schisma:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
conflict	conflict; disharmonie; onenigheid; scheuring; schisma; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verdeeldheid; vete	botsing; conflict; onenigheid; ruzie; twist
discord	conflict; disharmonie; onenigheid; scheuring; schisma; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verdeeldheid; vete	botsing; conflict; disharmonie; gespletenheid; misnoegen; onaangenaamheid; onbehaaglijkheid; onbehagen; onenigheid; ongenoegen; onmin; ontevredenheid; onvrede; ruzie; tweedracht; tweespalt; twist; verdeeldheid; wanklank
dissension	conflict; disharmonie; onenigheid; scheuring; schisma; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verdeeldheid; vete	gespletenheid; schizofrenie; tweedracht; tweespalt; verdeeldheid
disunity	conflict; disharmonie; onenigheid; scheuring; schisma; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verdeeldheid; vete	gespletenheid; tweedracht; tweespalt; verdeeldheid
division	conflict; disharmonie; onenigheid; scheuring; schisma; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verdeeldheid; vete	afdeling; aftakking; brigade; departement; detachement; divisie; hoofdgroep; scheiding; sectie; segregatie; splitsing; tak; verbreking; verdeling; vertakking
religious conflict	afscheiding; geloofsafscheiding; scheuring; schisma	geloofsstrijd; religieus conflict
rupture	afscheiding; geloofsafscheiding; scheuring; schisma	ruptuur; scheuring
schism	afscheiding; geloofsafscheiding; scheuring; schisma
seperation	afscheiding; geloofsafscheiding; scheuring; schisma
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
discord		in onmin geraken

Wiktionary: schisma

schisma

noun

A division or schism between two things.
- rent → scheiding; schisma
split, division, separation, discord
- schism → schisma

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van schisma

schisma's

Remove Ads

Nederlandse en Engelse zoekresultaten voor: schisma

Uitgebreide vertaling voor schisma (Nederlands) in het Engels

schisma:

schisma [het ~] zelfstandig naamwoord

het schisma (geloofsafscheiding; afscheiding; scheuring)

het schisma (tweedracht; verdeeldheid; disharmonie; scheuring; vete; conflict; onenigheid; tweespalt; twist; tweestrijd)

Vertaal Matrix voor schisma:

Wiktionary: schisma

Verwante vertalingen van schisma