Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Engels ->Zoek: gebrom

Nederlandse en Engelse zoekresultaten voor: gebrom

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

gebrom:
- muttering; murmuring; babbling; buzz; hum; bustle; din; whirr; zooming; grumbling
Wiktionary:
- gebrom → hum, drone

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gebrom (Nederlands) in het Engels

gebrom:

gebrom [het ~] zelfstandig naamwoord

het gebrom (geroezemoes; gemurmel)
the muttering; the murmuring; the babbling; the buzz; the hum; the bustle; the din
- muttering [the ~] zelfstandig naamwoord
- murmuring [the ~] zelfstandig naamwoord
- babbling [the ~] zelfstandig naamwoord
- buzz [the ~] zelfstandig naamwoord
- hum [the ~] zelfstandig naamwoord
- bustle [the ~] zelfstandig naamwoord
- din [the ~] zelfstandig naamwoord
het gebrom (gezoem)
the hum; the buzz; the whirr; the zooming
- hum [the ~] zelfstandig naamwoord
- buzz [the ~] zelfstandig naamwoord
- whirr [the ~] zelfstandig naamwoord
- zooming [the ~] zelfstandig naamwoord
het gebrom (gemopper)
the grumbling
- grumbling [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gebrom:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
babbling	gebrom; gemurmel; geroezemoes	gemompel
bustle	gebrom; gemurmel; geroezemoes	activiteit; arbeid; bedrijvigheid; bezigheid; drukte; gedoe; heisa; krakeel; omhaal; werkzaamheid
buzz	gebrom; gemurmel; geroezemoes; gezoem
din	gebrom; gemurmel; geroezemoes	beroering; drukte; gedreun; gedruis; geraas; heibel; heisa; heksenketel; herrie; krakeel; lawaai; leven; luidruchtigheid; opschudding; pandemonium; rumoer; tumult
grumbling	gebrom; gemopper	gegrom; gepruttel; gesputter
hum	gebrom; gemurmel; geroezemoes; gezoem	gedruis; rumoer; tumult
murmuring	gebrom; gemurmel; geroezemoes	gekabbel; gemompel; kabbeling
muttering	gebrom; gemurmel; geroezemoes	gemompel
whirr	gebrom; gezoem
zooming	gebrom; gezoem
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bustle		roezemoezen
buzz		brommen; gonzen; roezemoezen; zoemen
hum		blazen; brommen; fluiten; gonzen; neuriën; pijpen; zoemen
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
grumbling		brommerig; brommmerig; chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; mopperig; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
babbling		kabbelend

Wiktionary: gebrom

gebrom

noun

indistinct sound resembling human humming
- hum → gebrom
tune created orally with lips closed
- hum → gebrom; geneurie
hum or buzz
- drone → gebrom