Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bon (Nederlands) in het Engels
bon:
-
de bon (coupon)
-
de bon (bekeuring; boete)
-
de bon (stortingsbewijs; reçu)
Vertaal Matrix voor bon:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
coupon | bon; coupon; reçu; stortingsbewijs | |
deposit voucher | bon; reçu; stortingsbewijs | |
fine | bekeuring; boete; bon | boete; boeten; geldboete; geldstraf; penalty |
penalty | bekeuring; boete; bon | penalty; strafbal; strafsanctie; strafschop |
ticket | bekeuring; boete; bon | bewijs van ontvangst; entreebiljet; etiket; kaart; kaartje; label; plaatsbewijs; plakker; plakkertje; reisbiljet; reçu; spoorkaartje; sticker; ticket; toegangsbewijs |
token | bon; coupon | bewijs; blijk; munt; penning; plaatje als herkenningsteken; teken; token |
voucher | bon; coupon; reçu; stortingsbewijs | bewijsje; boekstuk; stortingsbiljet; voucher |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fine | beboeten | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fine | akkoord; fijn; fijne; geschikt; in orde; kiplekker; mee eens; mieters; opperbest; prima; slank en smal; subtiel; tof; van zand of regen |