Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ambulant:
  2. Wiktionary:
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ambulant:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ambulant (Nederlands) in het Engels

ambulant:

ambulant bijvoeglijk naamwoord

  1. ambulant (trekkend)
    ambulant; ambulatory; travelling; traveling

Vertaal Matrix voor ambulant:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ambulant ambulant; trekkend
ambulatory ambulant; trekkend gaande
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
traveling ambulant; trekkend rondreizend
travelling ambulant; trekkend rondreizend

Verwante woorden van "ambulant":

  • ambulante

Wiktionary: ambulant

ambulant
adjective
  1. in staat om te lopen
ambulant
noun
  1. -
adjective
  1. Of, relating to, or adapted to walking

Computer vertaling door derden:


Engels

Uitgebreide vertaling voor ambulant (Engels) in het Nederlands

ambulant:

ambulant bijvoeglijk naamwoord

  1. ambulant (ambulatory; travelling; traveling)
    ambulant; trekkend

Vertaal Matrix voor ambulant:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ambulant ambulant; ambulatory; traveling; travelling
- ambulatory
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
trekkend ambulant; ambulatory; traveling; travelling

Synoniemen voor "ambulant":


Verwante definities voor "ambulant":

  1. able to walk about1

Wiktionary: ambulant

ambulant
adjective
  1. in staat om te lopen

Computer vertaling door derden: