Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- zondig:
- zondigen:
-
Wiktionary:
- zondig → iniquitous, sinful
- zondigen → sin
- zondigen → sin, transgress
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor zondig (Nederlands) in het Engels
zondig:
-
zondig
disgraceful; sinful; outrageous; scandalous; shameful-
disgraceful bijvoeglijk naamwoord
-
sinful bijvoeglijk naamwoord
-
outrageous bijvoeglijk naamwoord
-
scandalous bijvoeglijk naamwoord
-
shameful bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor zondig:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
disgraceful | zondig | godgeklaagd; hemeltergend; onbehoorlijk; onbetamelijk; onfatsoenlijk; ongehoord; ongepast; onwelvoegelijk; schandalig; schandelijk; ten hemel schreiend; verfoeilijk; zeer ergerlijk |
outrageous | zondig | buitengewoon; buitenissig; buitensporig; extravagant; gaaf; godgeklaagd; hemeltergend; mieters; onbehoorlijk; onbetamelijk; onfatsoenlijk; ongehoord; ongepast; onwelvoegelijk; overmatig; schandaleus; schandalig; schandelijk; schitterend; ten hemel schreiend; tof; verfoeilijk; vergaand; zeer ergerlijk |
scandalous | zondig | kwaadsprekend; lasterlijk; onbehoorlijk; onbetamelijk; onfatsoenlijk; ongehoord; ongepast; onwelvoegelijk; schandalig; schandelijk; smadend; verfoeilijk |
shameful | zondig | onbehoorlijk; onbetamelijk; onfatsoenlijk; ongehoord; ongepast; onwelvoegelijk |
sinful | zondig |
Verwante woorden van "zondig":
Wiktionary: zondig
zondig
adjective
-
sinful
-
of or relating to sin
zondigen:
-
zondigen (een zonde begaan)
Conjugations for zondigen:
o.t.t.
- zondig
- zondigt
- zondigt
- zondigen
- zondigen
- zondigen
o.v.t.
- zondigde
- zondigde
- zondigde
- zondigden
- zondigden
- zondigden
v.t.t.
- heb gezondigd
- hebt gezondigd
- heeft gezondigd
- hebben gezondigd
- hebben gezondigd
- hebben gezondigd
v.v.t.
- had gezondigd
- had gezondigd
- had gezondigd
- hadden gezondigd
- hadden gezondigd
- hadden gezondigd
o.t.t.t.
- zal zondigen
- zult zondigen
- zal zondigen
- zullen zondigen
- zullen zondigen
- zullen zondigen
o.v.t.t.
- zou zondigen
- zou zondigen
- zou zondigen
- zouden zondigen
- zouden zondigen
- zouden zondigen
diversen
- zondig!
- zondigt!
- gezondigd
- zondigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor zondigen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
sin | ondeugd; zedelijke slechtheid; zonde | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
commit a sin | een zonde begaan; zondigen | bezondigen |
offend | een zonde begaan; zondigen | folteren; grieven; krenken; kwaad doen; kwellen; kwetsen; martelen; misdrijven; ontstemmen; pijn bezorgen; pijn doen; pijnigen; verwonden; zeer doen |
sin | een zonde begaan; zondigen | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
sin | zonde |
Wiktionary: zondigen
zondigen
Cross Translation:
verb
-
het overtreden van een religieuze wet
- zondigen → sin
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zondigen | → sin; transgress | ↔ pécher — transgresser la loi divine ou religieux. |
Computer vertaling door derden: