Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. weven:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor weven (Nederlands) in het Engels

weven:

weven werkwoord (weef, weeft, weefde, weefden, geweven)

  1. weven
    to weave
    • weave werkwoord (weaves, wove, weaving)

Conjugations for weven:

o.t.t.
  1. weef
  2. weeft
  3. weeft
  4. weven
  5. weven
  6. weven
o.v.t.
  1. weefde
  2. weefde
  3. weefde
  4. weefden
  5. weefden
  6. weefden
v.t.t.
  1. heb geweven
  2. hebt geweven
  3. heeft geweven
  4. hebben geweven
  5. hebben geweven
  6. hebben geweven
v.v.t.
  1. had geweven
  2. had geweven
  3. had geweven
  4. hadden geweven
  5. hadden geweven
  6. hadden geweven
o.t.t.t.
  1. zal weven
  2. zult weven
  3. zal weven
  4. zullen weven
  5. zullen weven
  6. zullen weven
o.v.t.t.
  1. zou weven
  2. zou weven
  3. zou weven
  4. zouden weven
  5. zouden weven
  6. zouden weven
diversen
  1. weef!
  2. weeft!
  3. geweven
  4. wevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor weven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
weave weven

Wiktionary: weven

weven
verb
  1. (textiel) vervaardigen uit draden
weven
verb
  1. -
noun
  1. process of making woven material

Cross Translation:
FromToVia
weven weave weben — aus Fäden Textilien oder Stoffe herstellen
weven weave; braid; plait; twine; wreathe tisser — Faire de la toile ou d’autres étoffes en croiser ou entrelacer sur un métier les fils dont elles devoir composer.
weven weave tramer — arts|fr passer la trame entre les fils qui tendre sur le métier.