Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. peuk:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor peuk (Nederlands) in het Engels

peuk:

peuk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de peuk (sigaret; stinkstok)
    the cigarette; the butt; the smoke
    • cigarette [the ~] zelfstandig naamwoord
    • butt [the ~] zelfstandig naamwoord
    • smoke [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de peuk (uitgedrukte sigaret)
    the stub; the butt
    • stub [the ~] zelfstandig naamwoord
    • butt [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor peuk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
butt peuk; sigaret; stinkstok; uitgedrukte sigaret bak; barrel; emmer; fust; geweerkolf; greep; kolf; kuip; pot; risee; teil; ton; vat
cigarette peuk; sigaret; stinkstok
smoke peuk; sigaret; stinkstok kruitdamp
stub peuk; uitgedrukte sigaret boomstronk; stobbe; stomp; stronk
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smoke dampen; oproken; roken; stomen; tabak roken; uitwasemen; walm afgeven; walmen; wasemen

Verwante woorden van "peuk":

  • peuken

Wiktionary: peuk

peuk
noun
  1. overblijfsel van een opgerookte sigaret of sigaar
peuk
noun
  1. remnant of a smoked cigarette or cigar

Cross Translation:
FromToVia
peuk cigarette Kippeumgangssprachlich: Zigarettenstummel, auch für Zigarette
peuk snag; stub; stump; butt; nub Stummel — ein kurzes Reststück, was übrig geblieben ist
peuk butt; stub mégotbout qui reste d’un cigare ou d’une cigarette quand on a fini de les fumer.