Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor métier (Nederlands) in het Engels
metier:
-
het metier
Vertaal Matrix voor metier:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
craft | metier | ambacht; ambachtsgilde; beroepsorganisatie; bond; boot; broederschap; club; georganiseerd gezelschap; gilde; métier; orde; organisatie; scheepje; schip; schuit; schuitje; stiel; stoomschip; unie; vaartuig; vak; vakgenootschap; vereniging |
métier | metier | ambacht; métier; stiel; vak |
profession | metier | ambacht; ambt; beroep; métier; professie; stiel; vak; werk |
trade | metier | commercie; handel; handelsverkeer; handelswaar; klandizie; koophandel; koopwaar; negotie; nering; waar |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
trade | handel drijven; handelen; hernieuwen; herstellen; inwisselen; omruilen; omwisselen; renoveren; ruilen; uitwisselen; verbeteren; vernieuwen; verruilen; verwisselen; wisselen |
Verwante woorden van "metier":
métier:
Vertaal Matrix voor métier:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
craft | ambacht; métier; stiel; vak | ambachtsgilde; beroepsorganisatie; bond; boot; broederschap; club; georganiseerd gezelschap; gilde; metier; orde; organisatie; scheepje; schip; schuit; schuitje; stoomschip; unie; vaartuig; vakgenootschap; vereniging |
metier | ambacht; métier; stiel; vak | |
métier | ambacht; métier; stiel; vak | metier |
profession | ambacht; métier; stiel; vak | ambt; beroep; metier; professie; vak; werk |
Wiktionary: métier
métier
noun
-
criminal's special branch of practice
Engels
Uitgebreide vertaling voor métier (Engels) in het Nederlands
metier:
-
the metier (profession; craft; métier)
Vertaal Matrix voor metier:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ambacht | craft; metier; métier; profession | job; work |
métier | craft; metier; métier; profession | |
stiel | craft; metier; métier; profession | |
vak | craft; metier; métier; profession | compartment; employment; freezer; freezing compartment; job; occupation; profession; work |
- | forte; long suit; medium; speciality; specialty; strength; strong point; strong suit |
Verwante woorden van "metier":
Synoniemen voor "metier":
Antoniemen van "metier":
Verwante definities voor "metier":
métier:
-
the métier (profession; craft; metier)
-
the métier (profession; trade; craft)
Vertaal Matrix voor métier:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ambacht | craft; metier; métier; profession | job; work |
metier | craft; métier; profession; trade | |
métier | craft; metier; métier; profession | |
stiel | craft; metier; métier; profession | |
vak | craft; metier; métier; profession | compartment; employment; freezer; freezing compartment; job; occupation; profession; work |