Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. huif:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor huif (Nederlands) in het Engels

huif:

huif [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de huif
    the gauntlet; the cover up roof; the canopy; the cowl; the cowling; the top
    • gauntlet [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cover up roof [the ~] zelfstandig naamwoord
    • canopy [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cowl [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cowling [the ~] zelfstandig naamwoord
    • top [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor huif:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
canopy huif baldakijn; troonhemel
cover up roof huif afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping
cowl huif rookverdrijver
cowling huif
gauntlet huif
top huif afdekkap; bergtop; climax; dak; dop; hoogst haalbare; hoogste punt; hoogtepunt; kap; koepel; kruin; overdekking; overkapping; piek; sluitdop; summum; top; toppunt
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
top afknotten; hoger bieden; knotten
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
top bovenste

Verwante woorden van "huif":

  • huiven

Wiktionary: huif

huif
noun
  1. man-made structure in which bees are kept for their honey
  2. home of bees

Cross Translation:
FromToVia
huif tarpaulin; awning; tarp PlaneDecke aus dichtem, meist imprägniertem Gewebe oder aus Kunststoff, vorwiegend zur Abdeckung von Fahrzeugen und Waren, als Sichtschutz und zum Schutz vor Regen und Sonneneinstrahlung
huif hood chaperon — Coiffe de cuir
huif tent tente — pavillon de toile