Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor tumor (Nederlands) in het Engels
tumor:
Vertaal Matrix voor tumor:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
growth | gezwel; knobbel; tumor | aanfok; aangroei; aangroeiing; aankweek; aankweken; aanplant; aanvulling; aanwas; aanwinst; bloei; cultuur; expansie; fok; fokkerij; groei; groeien; groeiproces; groter worden; kweken; ontplooiing; ontwikkeling; reproductie; stijging; teelt; toename; toeneming; uitbreiding; uitzetting; verbouw; vergroting; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking; voortbrenging; voortplanting; wasdom |
tumor | gezwel; knobbel; tumor | |
tumour | gezwel; knobbel; tumor |
Verwante woorden van "tumor":
Engels
Uitgebreide vertaling voor tumor (Engels) in het Nederlands
tumor:
Vertaal Matrix voor tumor:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gezwel | growth; tumor; tumour | |
knobbel | growth; tumor; tumour | ability; aptitude; capacity; gift; hump; ingenuity; knob; lump; natural ability; swelling; talent |
tumor | growth; tumor; tumour | |
- | neoplasm; tumour | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | tumefaction; tumour |