Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- persoonlijk:
- Persoonlijk:
-
Wiktionary:
- persoonlijk → personal, private
- persoonlijk → in the flesh, personal
- persoonlijk → in person
-
Gebruikers suggesties voor persoonlijk:
- face to face
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor persoonlijk (Nederlands) in het Engels
persoonlijk:
-
persoonlijk (subjectief)
personal; subjective; paradigmatic-
personal bijvoeglijk naamwoord
-
subjective bijvoeglijk naamwoord
-
paradigmatic bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor persoonlijk:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
subjective | bloedverwant; familielid | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
paradigmatic | persoonlijk; subjectief | betrekkelijk; relatief |
personal | persoonlijk; subjectief | besloten; persoonsgebonden; privé |
subjective | persoonlijk; subjectief | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | particulier |
Verwante woorden van "persoonlijk":
Synoniemen voor "persoonlijk":
Antoniemen van "persoonlijk":
Verwante definities voor "persoonlijk":
Wiktionary: persoonlijk
persoonlijk
Cross Translation:
adjective
persoonlijk
-
betrekking hebbend of uitgevoerd door de persoon zelf
- persoonlijk → personal
-
with one's own body and presence
-
actually present
-
of or pertaining to a particular person
-
intended only for one's own use
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• persoonlijk | → personal | ↔ personnel — Qui est propre et particulier à chaque personne. |
Persoonlijk:
-
Persoonlijk (Familie en vrienden)
the Friends and Family; Personal– A privacy relationship setting that allows the most amount of information to be viewed. 2-
Personal bijvoeglijk naamwoord
Vertaal Matrix voor Persoonlijk:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Friends and Family | Familie en vrienden; Persoonlijk | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Personal | Familie en vrienden; Persoonlijk |