Home
Woordenboeken
Word Fun
Over
Feedback
In English
Home
->
Woordenboeken
->
Nederlands/Engels
->Zoek: letsel
Nederlandse en Engelse zoekresultaten voor:
letsel
Zoek
Remove Ads
Overzicht
Nederlands naar Engels:
Meer gegevens...
letsel:
injury
;
bruise
;
swelling
;
lump
;
bump
;
contusion
Wiktionary:
letsel →
harm
,
trauma
,
lesion
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor
letsel
(Nederlands) in het Engels
letsel:
letsel
[
het ~
]
zelfstandig naamwoord
het letsel
(
blessure
)
the
injury
injury
[
the ~
]
zelfstandig naamwoord
het letsel
(
kwetsuur
)
the
bruise
;
the
swelling
;
the
lump
;
the
bump
bruise
[
the ~
]
zelfstandig naamwoord
swelling
[
the ~
]
zelfstandig naamwoord
lump
[
the ~
]
zelfstandig naamwoord
bump
[
the ~
]
zelfstandig naamwoord
het letsel
(
kneuswond
;
kneuzing
;
bult
;
buil
)
the
contusion
;
the
bruise
contusion
[
the ~
]
zelfstandig naamwoord
bruise
[
the ~
]
zelfstandig naamwoord
Vertaal Matrix voor
letsel
:
Zelfstandig Naamwoord
Verwante vertalingen
Andere vertalingen
bruise
buil
;
bult
;
kneuswond
;
kneuzing
;
kwetsuur
;
letsel
bobbel
;
bolling
;
buil
;
bult
;
dikte
;
opgezwollen plek
;
steenpuist
;
zwelling
bump
kwetsuur
;
letsel
bobbel
;
bons
;
dreun
;
duw
;
duwtje
;
hobbel
;
hobbeling
;
klap
;
knal
;
kwak
;
oneffenheid
;
ongelijkheid
;
pof
;
por
;
smak
;
stoot
;
stootje
;
zet
contusion
buil
;
bult
;
kneuswond
;
kneuzing
;
letsel
injury
blessure
;
letsel
afbreuk
;
belediging
;
benadeling
;
beschadiging
;
grief
;
krenking
;
kwetsuur
;
schade
;
verlies
;
verwonding
;
wond
lump
kwetsuur
;
letsel
bobbel
;
bolling
;
brokje
;
buil
;
bult
;
dikte
;
kleine brok
;
klont
;
klonter
;
knobbel
;
opgezwollen plek
;
opzetting
;
pukkel
;
steenpuist
;
zwelling
swelling
kwetsuur
;
letsel
aangroei
;
aanwas
;
bobbel
;
bolling
;
buil
;
bult
;
dikte
;
knobbel
;
opgezwollen plek
;
opzetting
;
pukkel
;
steenpuist
;
uitdijen
;
uitdijing
;
wassen
;
zwellen
;
zwelling
Werkwoord
Verwante vertalingen
Andere vertalingen
bruise
bezeren
;
blesseren
;
deren
;
kneuzen
;
krenken
;
kwetsen
;
schaden
;
verwonden
Verwante woorden van "letsel":
letsels
Wiktionary:
letsel
letsel
noun
lichamelijke schade met name aangericht in een ongeluk of gevecht
letsel
→
harm
;
trauma
letsel
noun
an infected or otherwise injured or diseased organ or part
lesion
→
kwetsuur
;
letsel
a wound or an injury
lesion
→
letsel
;
kwetsuur
;
wonde
;
verwonding
Computer vertaling door derden:
Remove Ads