Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- fruit:
- Wiktionary:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor fruit (Nederlands) in het Engels
fruit:
-
het fruit
– vruchten die je rauw kunt eten 1 -
het fruit
Vertaal Matrix voor fruit:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fruit | fruit | consequentie; gevolg; ooft; uitvloeisel; voortvloeisel; vrucht |
Verwante woorden van "fruit":
Verwante definities voor "fruit":
fruiten:
-
fruiten
Conjugations for fruiten:
o.t.t.
- fruit
- fruit
- fruit
- fruiten
- fruiten
- fruiten
o.v.t.
- fruitte
- fruitte
- fruitte
- fruitten
- fruitten
- fruitten
v.t.t.
- heb gefruit
- hebt gefruit
- heeft gefruit
- hebben gefruit
- hebben gefruit
- hebben gefruit
v.v.t.
- had gefruit
- had gefruit
- had gefruit
- hadden gefruit
- hadden gefruit
- hadden gefruit
o.t.t.t.
- zal fruiten
- zult fruiten
- zal fruiten
- zullen fruiten
- zullen fruiten
- zullen fruiten
o.v.t.t.
- zou fruiten
- zou fruiten
- zou fruiten
- zouden fruiten
- zouden fruiten
- zouden fruiten
en verder
- is gefruit
- zijn gefruit
diversen
- fruit!
- fruit!
- gefruit
- fruitend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor fruiten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fry | fruiten | bakken; braden |
Verwante woorden van "fruiten":
Verwante vertalingen van fruit
Engels
Uitgebreide vertaling voor fruit (Engels) in het Nederlands
fruit:
-
the fruit
– the ripened reproductive body of a seed plant 2 -
the fruit
– the ripened reproductive body of a seed plant 2 -
the fruit (consequence; result; outcome)
– the consequence of some effort or action 2 -
the fruit
Vertaal Matrix voor fruit:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
consequentie | consequence; fruit; outcome; result | |
fruit | fruit | |
gevolg | consequence; fruit; outcome; result | accepting; bringing about; carrying out; consequence; court; court circle; court dignitaries; effect; obeying; result; royal household |
ooft | fruit | |
uitvloeisel | consequence; fruit; outcome; result | |
voortvloeisel | consequence; fruit; outcome; result | |
vrucht | fruit | |
- | yield |