Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dofheid (Nederlands) in het Engels

dof:

dof bijvoeglijk naamwoord

  1. dof (glansloos; mat; beslagen)
    mat; misty; dull; frosted
    • mat bijvoeglijk naamwoord
    • misty bijvoeglijk naamwoord
    • dull bijvoeglijk naamwoord
    • frosted bijvoeglijk naamwoord
  2. dof (versuft; soezerig; suf; )
    muzzy; dull; soporific; drowsy; staggered; dozy; dopey; stupefied; sleepy; mindless
  3. dof (niet helder; mat; flets)
    dull
    • dull bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor dof:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mat kelkenbakje; mat; matje; onderlegger; onderleggers; onderzetter; onderzetters; placemat; placemats; tafelmatje; tafelmatjes
soporific slaapdrank; slaapmiddel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mat knokken; matten; strijden; vechten
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dopey daas; dof; geesteloos; mat; soezerig; suf; versuft
dozy daas; dof; geesteloos; mat; soezerig; suf; versuft doezelig; soezerig; suf
drowsy daas; dof; geesteloos; mat; soezerig; suf; versuft doezelig; dommelig; lodderig; slaperig; soezerig; soezig; suf; suffig; versuft
dull beslagen; daas; dof; flets; geesteloos; glansloos; mat; niet helder; soezerig; suf; versuft achterlijk; afgestompt; afgezaagd; afstompend; bleekrood; bokkig; bot; breinloos; dom; duf; dwars; eentonig; ellendig; flets; geestdodend; geesteloos; grauw; hersenloos; idioot; koppig; langdraadig; langdradig; langwijlig; lastig; mat; melig; mistroostig; monotoon; niet uitbundig; onbenullig; ongeanimeerd; onnozel; onscherp; onverstandig; rot; saai; saaie; slaapverwekkend; smakeloos; somber; stijfhoofdig; stijlloos; stom; stompzinnig; stupide; suf; taai; triest; troosteloos; vaalrood; verstandeloos; vervelend; vreugdeloos; weerbarstig; weerspannig; zonder afleiding; zouteloos
frosted beslagen; dof; glansloos; mat geglaceerd; geglazuurd; gematteerd; ingevroren; mat; niet uitbundig; vastgevroren
mat beslagen; dof; glansloos; mat grauwkleurig; grijs
mindless daas; dof; geesteloos; mat; soezerig; suf; versuft bokkig; dom; dwars; koppig; langdradig; nutteloos; onverstandig; onzinnig; saai; stijfhoofdig; stom; suf; taai; weerbarstig; weerspannig; zinloos; zonder afleiding
misty beslagen; dof; glansloos; mat beneveld; dampachtig; dampig; flauw; mistig; nevelachtig; nevelig; onduidelijk; onhelder; troebel; vaag; vaag zichtbaar; vagelijk; wazig
muzzy daas; dof; geesteloos; mat; soezerig; suf; versuft dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vaag; vaag zichtbaar; vreemd; wazig
sleepy daas; dof; geesteloos; mat; soezerig; suf; versuft doezelig; slaapdronken; soezerig; soezig; suf
soporific daas; dof; geesteloos; mat; soezerig; suf; versuft doezelig; slaapverwekkend; slaapwekkend; soezerig; suf
stupefied daas; dof; geesteloos; mat; soezerig; suf; versuft bokkig; dwars; koppig; met de mond vol tanden; met open mond; sprakeloos; stijfhoofdig; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verdoofd; verstomd; verwonderd; weerbarstig; weerspannig
- mat
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
staggered daas; dof; geesteloos; mat; soezerig; suf; versuft beduusd; met de mond vol tanden; met open mond; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; overbluft; overdonderd; perplex; sprakeloos; stomverbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verbouwereerd; verstomd; verwonderd

Verwante woorden van "dof":

  • dofheid

Synoniemen voor "dof":


Antoniemen van "dof":


Verwante definities voor "dof":

  1. niet helder klinkend1
    • ik hoorde een doffe bons1
  2. zonder glans1
    • de verf is helemaal dof geworden1

Wiktionary: dof

dof
adjective
  1. Having no shine or lustre; dull

Cross Translation:
FromToVia
dof blunt; dull; obtuse obtus — biologie|fr Qui est arrondir, émousser au lieu d’être anguleux ou pointu.


Wiktionary: dofheid


Cross Translation:
FromToVia
dofheid abatement; weakness; exhaustion; indolence; lifelessness; melancholy; dejection; depression; gloom; melancholia; grief; sadness; sorrow; fatigue; weariness; consternation; alarm; dismay; demand; sale; deduction; subtraction; apathy abattementdiminution rapide, d’une durée plus ou moins longue, des forces physiques et des fonctions psychiques.
dofheid apathy apathie — (vieilli) état d’une âme qui n’est susceptible d’aucune émotion.

Computer vertaling door derden: