Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. kurk:
  2. kurken:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kurk (Nederlands) in het Engels

kurk:

kurk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kurk
    the cork
    • cork [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kurk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cork kurk
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cork kurken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cork kurken

Verwante woorden van "kurk":


Wiktionary: kurk

kurk
noun
  1. een van kurk gemaakte soort afdichting voor flessen
  2. licht, poreus materiaal, afkomstig van de kurkeik
kurk
noun
  1. bottle stopper
  2. bark of the cork oak

Cross Translation:
FromToVia
kurk cork; stopper; plug Korkostmitteldeutsch, süddeutsch, österreichisch: Flaschenstöpsel aus Kork
kurk cork Kork — 2,5 bis 20 cm dicke Rinde der Korkeiche (quercus suber), aus lückenlos aneinander schließenden Zellen, die für Flüssigkeiten und Gase schwer durchlässig sind
kurk cork liègeécorce épaisse et léger du chêne-liège qu’on utilise dans la fabrication de bouchons ou comme matériau isolant.

kurken:

kurken werkwoord (kurk, kurkt, kurkte, kurkten, gekurkt)

  1. kurken
    to cork
    • cork werkwoord (corks, corked, corking)

Conjugations for kurken:

o.t.t.
  1. kurk
  2. kurkt
  3. kurkt
  4. kurken
  5. kurken
  6. kurken
o.v.t.
  1. kurkte
  2. kurkte
  3. kurkte
  4. kurkten
  5. kurkten
  6. kurkten
v.t.t.
  1. heb gekurkt
  2. hebt gekurkt
  3. heeft gekurkt
  4. hebben gekurkt
  5. hebben gekurkt
  6. hebben gekurkt
v.v.t.
  1. had gekurkt
  2. had gekurkt
  3. had gekurkt
  4. hadden gekurkt
  5. hadden gekurkt
  6. hadden gekurkt
o.t.t.t.
  1. zal kurken
  2. zult kurken
  3. zal kurken
  4. zullen kurken
  5. zullen kurken
  6. zullen kurken
o.v.t.t.
  1. zou kurken
  2. zou kurken
  3. zou kurken
  4. zouden kurken
  5. zouden kurken
  6. zouden kurken
diversen
  1. kurk!
  2. kurkt!
  3. gekurkt
  4. kurkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor kurken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cork kurk
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cork kurken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cork kurken

Verwante woorden van "kurken":


Wiktionary: kurken

kurken
noun
  1. bark of the cork oak